79
28 September 1950.
Waar het Rijk niet alle uitgaven der scholen voor
subsidie in aanmerking brengt, blijven er voor de scho-
len ongedekte uitgaven over, die op enigerlei wijze
moeten worden gedekt. In deze uitgaven nu vragen de
besturen van de gemeente een bijdrage met de be-
doeling dan de bijdrage die nu van de ouders wordt
gevraagd te laten vervallen. Wij hebben de indruk, dat
tegen het verstrekken van door ons gewenste finan-
ciële gegevens bij de besturen geen bezwaren bestaan,
zodat wij beter in staat zijn ons er van te overtuigen
dat een te verlenen bijdrage inderdaad voor de school
nodig is.
Uit de ingezonden gegevens hebben wij inderdaad
kunnen opmaken dat de besturen uitgaven hebben te
doen die niet voor Rijkssubsidie in aanmerking komen,
waaronder er zich wel bevinden die bezwaarlijk voor
rekening van de woongemeente gebracht kunnen wor-
den. In het algemeen achten wij het te verdedigen
wanneer de gemeente de scholen enigszins tegemoet
komt, zodat wij er wel voor kunnen gevoelen dat weder
een bijdrageregeling wordt getroffen. Het komt ons het
meest doelmatig voor wanneer deze voor de drie scho-
len op eenzelfde bedrag per leerling wordt bepaald.
Aan de hand van de over 1949 verstrekte cijfers
menen wij dat met een bijdrage van f 20.per leer-
ling per jaar zal kunnen worden volstaan.
Wij stellen ons voor dat deze voor het eerst kan
gelden over 1950. Het aantal leerlingen uit Heemstede
bedraagt op het Christelijk Lyceum 180, op het R.K.
Jongenslyceum 69 en op het R.K. Meisjeslyceum 51,
totaal dus 300, zodat de uitgaven voor 1950 ongeveer
f 6000,zullen bedragen.
Wanneer U zich met ons voorstel kunt verenigen
kan hiervoor een post op de begroting worden gebracht
en kan afschrijving van de post van onvoorziene uit-
gaven plaats hebben. Een ontwerp-besluit tot vast-
stelling van een bijdrage-regeling wordt U hierbij ter
vaststelling aangeboden.
Heemstede, 19 September 1950.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
N. Vos.