84 28 September 1950. zijn naam te doen overschrijven. Bij verzuim hiervan verliest hij alle rechten op het graf, dat weder ter be- schikking van het gemeentebestuur komt; zolang nog niet over het graf is beschikt kunnen de gerechtigden nog altijd het door hen verschuldigde aanzuiveren en aan hun verplichtingen voldoen. Een verzoek om verlenging van het recht om met uitsluiting van anderen in een bepaald graf te mogen begraven, moet door de gerechtigde bij burgemeester en wethouders worden ingediend uiterlijk één maand vöör afloop van de termijn waarvoor hem dat recht is toe- gestaan. Art. 3. Gezamenlijke erfgenamen of verenigingen van per- sonen zijn verplicht binnen een jaar nadat het recht op een graf gemeen is geworden, een persoon, binnen de gemeente wonende, aan te wijzen, die aansprakelijk is voor alle op hen rustende verplichtingen en op wiens toestemming over het graf beschikt kan worden alsof hij zelf eigenaar was. Bij verzuim hiervan verliezen zij alle recht op het graf, dat weder ter beschikking van het Gemeentebestuur komt; zolang nog niet over het graf beschikt is, kunnen de gerechtigden nog altijd het door hen verschuldigde aanzuiveren en aan hun ver- plichtingen voldoen. Art. 4. Voor zover de uitgestrektheid der begraafplaats zulks toelaat, kunnen gedeelten grond worden afgestaan tot het maken van gemetselde of uit beton vervaardigde graven en grafkelders. Bij de daartoe door burgemeester en wethouders te verlenen vergunning worden de voorwaarden vermeld, waarop zij moeten worden ingericht. Zij, aan wie een ruimte voor een kelder is toegestaan, moeten de uitgegraven grond brengen ter plaatse door of namens burgemeester en wethouders aan te wijzen. Zij moeten binnen de aangewezen ruimte de muren stellen, bij gebreke waarvan deze op last van burge- meester en wethouders voor hunne rekening kunnen worden opgeruimd, onder intrekking der verleende ver- gunning.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1950 | | pagina 33