c A 108 30 November 1950. inwoners dier gemeente verleende credieten omgerekend naar het gehele tijdvak. Artikel 20. Indien tengevolge van het beëindigen van de deel- neming door een of meer gemeenten personeel moet worden ontslagen, zonder dat de gemeenschappelijke regeling wordt opgeheven, komen de daaruit voort- vloeiende kosten van wachtgeld voor een evenredig deel, op de voet van het bepaalde in art. 19, ten laste van de niet meer deelnemende gemeenten. Artikel 21 Indien na het beëindigen van de deelneming door een of meer gemeenten de gemeenschappelijke regeling blijft bestendigd, zijn de uitgetreden gemeenten ter be- strijding van de kosten van liquidatie der ten behoeve van ingezetenen hunner gemeenten verleende credieten eenmaal verschuldigd de helft van de bijdrage betaald in het jaar voorafgaande aan de uittreding, of zoveel meer als de schade bedraagt, voortvloeiende uit de te liquideren credieten, Artikel 22. Wijziging in deze regeling kan plaats hebben indien de besturen van de gemeente Haarlem en van tenminste twee der overige toegetreden gemeenten hiertoe besluiten. Artikel 23. Toetreding door andere gemeenten kan slechts plaats hebben met ingang van 1 Januari en indien de Raad van Bestuur van mening is, dat door de toetreding geen belangrijke veranderingen in de inrichting en de admi- nistratie van de Volkscredietbank veroorzaakt worden. Voor deze toetreding kan met een besluit van het bestuur der toegetreden gemeente worden volstaan. De kosten van de bekendmaking komen ten laste van de toetredende gemeente. Artikel 24. De Raad der gemeente Haarlem wordt gemachtigd V

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1950 | | pagina 41