30 November 1950.
343
De heer van der Lindenj zal niet ingaan op de be-
zwaren, die door de heer Zegwaart naar voren zijn ge-
bracht, omdat hij overtuigd is, dat het antwoord van
de wethouder alleszins bevredigend zal zijn.
Spreker heeft alleen een technisch bezwaar, n.l. dat
2 huizen op één riolering zijn aangesloten. Hij weet
uit de praktijk, dat daaruit veel bezwaren en veel narig-
heid zal voortvloeien. Reeds eerder heeft spreker zijn
bezwaren daartegen kenbaar gemaakt, maar nu wil hij
nogmaals aandringen op verandering van deze wijze
van bouwen. Het onderhoud van de nu geprojecteerde
riolering zal veel geld kosten. Beter is ieder huis zijn
eigen riolering te geven.
De heer Mr. Pliester is als lid van de commissie
voor de volkshuisvesting getroffen door de bezwaren,
die de heer Zegwaart tegen het voorstel heeft ontwik-
keld. Spreker wil zijn bijzondere waardering uitspreken
voor de activiteit van de wethouder en voor de indie-
ning van dit plan. Spreker verklaart zich voorstander
van deze wijze van bouwen.
Door de heer Zegwaart, aldus spreker, is een element
in discussie gebracht, dat buiten de zaak omgaat. Als
de heer Zegwaart 22 woningen wenst voor arbeiders
dan moet men niet vergeten, dat slechts 22 arbeiders
met deze woningen kunnen worden geholpen, terwijl
als men middenstandswoningen bouwt, niet alleen
middenstanders, maar ook arbeiders hun deel krijgen.
Bovendien moet men niet uit het oog verliezen, dat de
arbeiders in de Heemsteedse bevolking een minderheid
vormen. Als het de bedoeling is van de heer Zegwaart
om het beschikbare volume uitsluitend voor een min-
derheidsgroep te besteden, dan is spreker daar erg van
geschrokken.
De heer Mr. van Wijk heeft waardering voor het
streven van burgemeester en wethouders om voor de
woningnood een oplossing te vinden. Z.i. hebben zij
met dit plan een goede greep gedaan. Of bij het be-
zetten van deze woningen een vêrstrekkende opschui-
ving zal plaats vinden, waardoor andere woonruimte
vrijkomt, zal men dienen af te wachten. Burgemeester
en wethouders hebben echter voldoende vrije armslag
om ten deze voorzieningen te treffen en aan te vullen wat