360
30 November 1950.
van de eiwitstoffen in het rioolwater. De noodzaak van
de bouw is ook de onhoudbare toestand bij de haven.
Burgemeester en wethouders zijn enige tijd geleden
gaan praten met het Rijksinstituut voor zuivering van
afvalwater (R.I.Z.A.) of de bouw van deze installatie
noodzakelijk was. Spreker stond nd. voor ogen, dat als
in het riool meer water werd gebracht er meer door-
stroming zou ontstaan, waardoor de geuren dan zouden
verdwijnen. Bij het R.I.Z.A. bracht men spreker al
spoedig tot andere gedachten, omdat men daar van
mening is, dat hoe meer men in een riool roert, hoe-
meer het gaat stinken.
Omdat burgemeester en wethouders ten aanzien van
de technische zijde van het plan volkomen leek zijn, is
het door het Ingenieursbureau Dorr-Olivier opgemaak-
te ontwerp voor de bouw van deze zuiveringsinstalla-
tie, ter beoordeling aan het R.I.Z.A. gestuurd, dat hier-
over, tegen een billijk tarief, heeft geadviseerd. Dorr-
Olivier en het R.I.Z.A. zijn toen met elkaar in verbin-
ding getreden, waaruit het nu voorgelegde plan is
voortgekomen. Bij dit plan wil spreker nog gaarne ge-
wag maken van het zeer gewaardeerde advies, dat door
de heer Ir. Kooijmans over dit project is uitgebracht,
van wiens deskundigheid burgemeester en wethouders
met dankbaarheid hebben geprofiteerd.
Wij ontkomen niet aan de uitvoering van dit plan,
omdat bij uitstel daarvan een onhoudbare toestand blijft
bestaan. Zou dit plan thans niet tot uitvoering komen,
dan zou, indien Rijnland zijn vergunning tot lozing op
Rijnlands boezem niet zou verlengen, een moeilijke
situatie ontstaan. Het duurt toch altijd nog een paar
jaar voor het project klaar is. De verwachting dat de
bouwkosten in de toekomst zullen dalen, deelt spreker
niet; integendeel verwacht hij dat ze zullen stijgen.
In antwoord op het gesprokene door de heer Mr.
van Wijk, zegt spreker, dat Haarlem meer water heeft
waarop het kan lozen. Sommige andere steden hebben
al een volledige zuiveringsinstallatie.
Bij aanvaarding van dit plan kan daarmede de eerste
20 jaar worden volstaan. Het plan is van alle kanten
bekeken.
De heer Mr. Bakhuizen van den Bririk, wethouder,
acht het zeer begrijpelijk, dat uit de raad de vraag