368
30 November 1950.
onderwijskosten te compenseren. Het is billijk, dat deze
kosten niet alleen door de leden der vereniging worden
opgebracht. De vereniging is wel verplicht alle kinde-
ren tot de school toe te laten, maar mag de schoolgeld-
plichtigen niet dwingen om lid der vereniging te wor-
den. Spreker acht het dan billijk, dat de meerdere
k.osten van de school worden gedistribueerd over
degenen die daarvan genieten. Als iemand het gods-
dienstonderwijs niet wil volgen, kan men hem daartoe
niet verplichten. Voor het vrije programma is het vol-
komen redelijk, dat men de kosten daarvan over de
schoolgeldplichtigen moet kunnen verdelen naar nor-
men van draagkracht. Naar sprekers inzicht mag men
de schoolvereniging een uitwijkmogelijkheid hier niet
onthouden. Het door de gemeente te geven bedrag per
leerling komt volgens sprekers amendement geheel aan
de Heemsteedse leerlingen ten goede.
De heer Verhoeven zegt, dat men nu drie voorstellen
heeft.
Volgens het voorstel van burgemeester en wethou-
ders mag aan een schoolgeldplichtige niet de eis wor-
den gesteld, dat hij lid van een schoolvereniging wordt.
Daartegen heeft spreker geen bezwaar. Verder stellen
burgemeester en wethouders voor, dat de schoolgeld-
plichtigen ook niet verplicht mogen worden tot het
verlenen van een bijdrage. Bij de eerste behandeling
is uit de gedachtenwisseling hierover gebleken, dat men
het verplichten zo moet opvatten, dat de schoolver-
eniging wel een vrijwillige bijdrage mag vragen. De
heer Mr. Dr. van Bruggen is vervolgens met een amen-
dement gekomen, waarbij de schoolverenigingen ge-
rechtigd worden om alle schoolgeldplichtigen naast het
gewone schoolgeld een bijdrage te doen betalen, waarbij
op het totale bedrag waarmede de schoolgeldplichtigen
zullen worden belast, de bijdrage van de gemeente in
mindering wordt gebracht. Hierbij wordt dus geen
onderscheid gemaakt tussen ouders die lid van de
schoolvereniging zijn en hen die dit niet zijn. Dit voor-
stel is gedaan omdat verwacht wordt, dat niet-leden
zich van een verzoek om een vrijwillige bijdrage weinig
zullen aantrekken. Spreker kan zich begrijpen, dat de
heer Mr. Dr. van Bruggen de redactie aldus wil ver-
anderen.