1 Maart 1951. 85 tente burgers mede regeren. Bovendien zijn burgemees- ter en wethouders niet onkundig van hetgeen met de sportcomplexen en zwemvijvers gebeurt. De heer Mr. Pliester kan zich hierbij aansluiten. Men moet z.i. oppassen voor de neiging om alles in de ge- meente te laten voorzitten door voorzitters, die dat ambtshalve zijn. Spreker acht het alleszins juist, dat men als voorzitter van een stichting voor de sportparken iemand uitzoekt, die verstand van sport heeft. Blijkbaar ligt de burgemeester de sport. Ook als stemgerechtigd lid van het college van bur- gemeester en wethouders komt de burgemeester het eerst in aanmerking als voorzitter van een buiten de politiek staande stichting voor de sportbeoefening. De woorden van Mevr. van Nispen hebben de Voor- zittergoed gedaan. Ook hij acht het de aangewezen weg om mensen in te schakelen, die verantwoording willen en kunnen dragen. Als verlengstuk van burgemeester en wethouders moet men het particulier initiatief steunen. Wat de heren Reijnders en van der Linden beogen is in strijd met de statuten. Uit de statuten blijkt n.l., dat het beheer van bad- en zweminrichtingen en sport- parken aan het stichtingsbestuur is. Bij doorvoering van het idee van genoemde heren zou dat in handen van burgemeester en wethouders worden gelegd. Dit zou ten enemale fout zijn. De mogelijkheid bestaat, dat een wethouder tevens voorzitter van een stichtingsbestuur, bij de verkiezingen wordt gewipt. A1 is hij nu als voor- zitter nog zo capabel, toch zou zo iemand dan de ge- legenheid ontnomen worden om het voorzitterschap te blijven waarnemen. Dit acht spreker niet goed. De voorzitter van de sportparken dient vöör alles de be- langen van de sportparken voor te staan. Voor burge- meester en wethouders zijn voldoende waarborgen aan- wezig om misbruik of wanbeheer van de zijde van het stichtingsbestuur te voorkomen. Spreker is dan ook van mening, dat geen gevolg behoort te worden gegeven aan de suggestie van de heer Reijnders. Hij wijst er nog op, dat de heer van Unen op 65-jarige leeftijd nog zwemmen leerde, waaruit belangstelling voor het zwem- men blijkt en hij ook verder in het bestuur alleszins de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1951 | | pagina 65