1 Maart 1951.
93
Deze begroting wordt zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
Vervolgens stelt de Voorzitter aan de orde de be-
handeling van de begroting van het
Fonds Armengoederen
voor 1951, aangevende in inkomsten en uitgaven een
bedrag van f 340.
De heer Mr. Pliester vraagt, in verband met een ten
vorigen jare gestelde vraag, of nagegaan is of een
andere wijze van belegging der gelden van dit fonds
mogelijk is.
De heer Mr. Bakhuizen van den Brink, wethouder,
antwoordt, dat dit niet mogelijk is en deze wijze van
belegging is voorgeschreven.
Deze begroting wordt vervolgens zonder hoofdelijke
stemming vastgesteld.
Daarna stelt de Voorzitter aan de orde de behande-
ling van de
Gemeentebegroting
voor 1951, aangevende op de gewone dienst aan in-
komsten en uitgaven een bedrag van 3.383.365.62 en
op de kapitaaldienst een bedrag van f 2.389.162.
Volgno. 217. Jaarwedde van de wethouders.
De heer Reijnders stelt voor deze post met f 810.
te verhogen, in verband met zijn voorstel tot verhoging
der jaarwedden van de wethouders.
Dit voorstel, door de Voorzitter aan de orde gesteld,
verkrijgt de stemmen van alle aanwezige leden, met uit-
zondering van die van de heren Mr. Bakhuizen van den
Brink, van Lent en Disselkoen, die geacht wensen te
worden niet aan deze stemming te hebben deelgenomen.
De Voorzitter deelt nog mede, dat een voorstel tot
verhoging van de jaarwedde der wethouders aan Ge-
deputeerde Staten zal worden gedaan.
Volgno. 225. Onderhouden en schoonhouden van het
gebouw of vertrek, bestemd voor de vergadering
van de Raad of van Burgemeester en Wethou-