102
1 Maart 1951.
taris-penningmeester stemrecht in het bestuur heeft.
Spreker vraagt of burgemeester en wethouders dit be-
zwaar hebben overwogen.
De Voorzitter antwoordt, dat dit door burgemeester
en wethouders niet als een bezwaar wordt gevoeld.
Deze functie is historisch gegroeid. Toen de secretaris-
penningmeester tot lid van het bestuur van de stich-
ting werd benoemd, was hij nog geen ambtenaar. Daar-
na is hij dus ambtenaar der gemeente geworden. Spre-
ker stelt dan ook voor deze ambtenaar zijn stemrecht
als lid van het stichtingsbestuur te doen behouden. Het
ontwikkelde bezwaar acht spreker zuiver van theo-
retische waarde.
De heer Mr. Pliester zal er zich, hoe onprincipieel
het ook is, in dit geval niet verder tegen verzetten.
Volgno. 343. Onderhoud wachthuisje aan de Valken-
burgerlaan.
De heer Mr. Zeelenberg vraagt de aandacht van
burgemeester en wethouders om te komen tot de plaat-
sing van meerdere wachthuisjes, o.a. aan de Rijnstraat.
De heer van Lent, wethouder, antwoordt, dat het
moeilijk zal gaan bij de Rijnstraat een wachthuisje te
plaatsen, omdat daar geen plaats is vanwege de hoge
berm.
De heer Mr. Zeelenberg zegt, dat de mogelijkheid
bestaat het wachthuisje in te graven.
De Voorzitter zal dit nög eens bespreken.
Volgno. 449. Kosten van adviezen inzake school- en
beroepskeuze.
De heer Verhoeven zegt, dat er bij de subsidieaan-
vragen er een is van het Katholiek Paedagogisch Be-
roepskeuzebureau. Burgemeester en wethouders advi-
seren daaraan geen subsidie te verlenen. De R.K. scho-
len, aldus spreker, maken geen gebruik van de gelegen-
heid, die geboden is voor het inwinnen van advies
inzake beroepskeuze bij het gewestelijk arbeidsbureau.
Het geval stellende, dat de R.K. scholen wel gebruik
willen maken van een R.K. beroepskeuze-bureau tegen