110
1 Maart 1951.
nu de ledenlijsten der verenigingen gezien. Er wordt
voorgesteld deze verenigingen met een subsidie te steu-
nen, omdat zij niet in staat zijn om zonder die subsidie
haar uitgaven te dekken. Nu zijn er van deze vereni-
gingen veel mensen lid, die behoren tot de redelijk-
gesitueerde handeldrijvende middenstand. Het moet
principieel onjuist worden geoordeeld dat deze mensen,
dank zij het gemeentelijk subsidie, zich voor een ge-
ringe premie kunnen verzekeren tegen ziekenhuiskos-
ten. Er zijn echter ook mensen lid van, die het niet breed
hebben en spreker denkt hierbij aan een inkomengrens
van f 3700.per jaar. Dat deze mensen wat tege-
moetgekomen worden vindt spreker niet erg. Hij vraagt
met de heer Mr. Dr. van Bruggen om een onderzoek
naar de opzet dezer verenigingen. Wanneer mocht
blijken, dat zij assurantie-technisch niet goed opgezet
zijn, dan heeft spreker tegen deze subsidieverlening
bezwaar. Wanneer de mensen zelf een volwaardige
premie kunnen betalen, dan moeten zij dit ook doen.
De gewone ziekenfondsen verzekeren ook tegen de kos-
ten van ziekenhuisverpleging en wel voor de duur van
een half jaar. Deze termijn kan verlengd worden
raison van 16 cent per gezin per week. Spreker vraagt
tenslotte aan burgemeester en wethouders hem zijn ge-
moedsrust te hergeven.
De heer van Lent, wethouder, bevestigt het gespro-
kene door de heer Ir. Kooijmans inzake het contact met
particuliere organisaties over de gezinsverzorging. Het
is gebleken, dat geen enkele vereniging voor de vorm
voelde, zoals die door de Minister werd aangegeven.
Dit zou op deze wijze schatten kosten. Wanneer thans
iemand hulp nodig heeft, helpen ôf sociale zaken ôf de
diaconieën. Deze hulpverlening is veel goedkoper.
De heer Disselkoen, wethouder, heeft van de heren
Mr. Zeelenberg en Mr. Dr. van Bruggen begrepen, dat
zij alleen technische bezwaren hebben tegen de subsi-
diëring der ziekenhuisverplegingskosten en dat de
volksgezondheid als zodanig daarbuiten staat. Genoem-
de sprekers wensen dus een onderzoek of de structuur
dezer verenigingen behoorlijk is. Reeds sedert tientallen
jaren wordt door de controleur der gemeente-financiën
de administratie onderzocht en beoordeeld of het ver-