131
29 Maart 1951.
De heer Mr. Zeelenberg zegt, dat het Festival of
Britain meer baten zal opleveren in de vorm van ge-
legenheid tot het verkopen van machines en garens.
Spreker wijst er nog op, dat men in Duitsland thans
in de restaurants beter kan eten dan in Engeland.
De heer Verhoeven kan het betoog van de heer Mr.
Zeelenberg onderschrijven. De overheid moet het voor-
beeld geven door geen luxe uitgaven te doen. Als de
raad niet bezuinigt, dan zal misschien later bezuinigd
moeten worden op uitgaven, waar men niet graag op
bezuinigd wil zien.
De heer Zegwaart vraagt waar de financiële specia-
listen blijven om hun licht op deze zaak te doen schijnen.
Spreker is geen financieel expert, maar als hij probeert
dit plan van de financiële zijde te benaderen, dan meent
hij dat bij een afschrijving van het gevraagde bedrag
vo'or de installatie in 10 jaar, de verlichting per jaar
f 240.zal kosten. Omgerekend per ingezetene be-
draagt dat nog minder dan één cent. Nogmaals noemt
spreker een verlicht raadhuis een aantrekkelijkheid voor
de gemeente. Vele buitenlandse bezoekers van de Flora
zullen daar foto's van maken. Ook zal er een stroom
mensen uit Haarlem verwacht kunnen worden.
De heer van Houten protesteert er tegen dat betoogd
is, dat de verlichting uitsluitend voor het vieren van de
Koninginnedag is bedoeld. Zij zal echter juist ook ten
bate van de Flora zijn. Welke willekeurige bladzijde in
de begroting men ook opslaat, altijd zullen er wel
posten op voorkomen waarop met mogelijkheid wel iets
bezuinigd kan worden. Spreker raadt aan om deze
qelegenheid tot het verwerven van een blijvende ver-
lichting van het raadhuis te benutten. Wat maakt dit
kleine bedrag uit op het enorme bedrag van de begro-
ting, besluit spreker.
De heer Mr. van Wijk zegt, dat al heeft de warme
aanbeveling van de voorzitter reeds verlichtend ge-
werkt, hij toch niet voor het voorstel zal stemmen.
Spreker kan veel aangevoerde argumenten onderschnj-
ven Het laatste door de heer van Houten naar voren
qebrachte motief vindt spreker echter wonderlijk.
Als n.l. op een post niet bezuinigd kan worden, dan moet