157
25 April 1951.
zou zijn indien de tarieven niet verhoogd worden, met
inachtneming van de nieuwe kolenprijs.
De heer Disselkoen, wethouder, antwoordt, dat dit
moeilijk te zeggen valt. Niemand kan weten welke be-
zuinigingen de afnemers zullen toepassen.
De heer Verhoeven zegt, dat dit bedrag gesteld kan
worden op rond f 50.000.—, n.l. f 34.000,— aan meer-
dere uitgaven voor kolen en f 15.000,— die gevonden
wordt door beperking van de straatverlichting.
De heer Kamerbeek betoogt, dat als men van een
artikel na 31 Mei 1950 de prijs verhoogd wil hebben,
dit niet kan tenzij men kan aantonen, dat de kostprijs
van het artikel gestegen is. Daarom wil spreker eerst
weten wat het de gemeente gaat kosten als de prijzen
van gas en electriciteit niet verhoogd worden, op basis
van de verhoogde kolenprijs.
_Nu zegt de heer Verhoeven dat dat de gemeente
50.000. zal kosten, maar is bij het noemen van dit
cijfer ook rekening gehouden met de besparing die
door minder branduren van de straatverlichtinq zal
worden verkregen?
Het wil er bij spreker niet in dat de kolenprijs hier
berekend wordt in het geheel. Ook andere posten be-
învloeden de kosten. Slechts met een bloedend hart zal
spreker deze verhoging van de tarieven accepteren.
Tenslotte vraagt spreker, of na calculatie van de gehele
gang van zaken in het bedrijf, het wel noodzakelijk is
om de tarieven te verhogen.
De heer Disselkoen wijst er op, dat het uitermate be-
zwaarlijk is om cijfers te geven hoe de toestand later zal
worden, omdat met vele onbekende factoren moet wor-
den gerekend waarover men geen zeggenschap heeft.
De prijs van het gas wordt door allerlei andere
factoren beïnvloed. Voor stroom geldt hetzelfde, omdat
hier de maximale belasting van invloed is, waarover
men geen zeggenschap heeft. Men loopt dan ook de
kans, dat men met ramingen fouten maakt. De invloed,
die de laatste kolenprijsverhoging op de stroomprijs
heeft, is een vermeerdering van 1.05 per kWh en voor
het gas bedraagt deze 1.02 per M3. Alle factoren bij
elkaar maken de voorgestelde verhoging noodzakelijk.
De door de heer Kamerbeek genoemde bepalingen