161
25 April 1951.
gemakkelijker met het voorstel mee te gaan Verder
spreker bezwaar tegen de indeling van de een-
gezinswoningen. In de commissievergadering zijn spre-
^e,ZWaffbehandeld en bekeken, doch het is niet
mogehjk gebleken aan zijn wensen i.z. de indelinq der
huizen met een voor- en achterkamer en afzonderlijke
keuken, tegemoet te komen.
Spreker hoopt dat, indien in de toekomst op een
nnder terrem gebouwd zal worden, deze conservatieve
methode ernstig bestudeerd zal worden.
De heer Reijnders gelooft, dat de raad en de reqerinq
enigszins op de verkeerde weg zijn. Omdat er woninq-
nood is, worden er ten aanzien van de ruimte en
hygrnne offers gebracht. Dit is niet de schuld van de
wethouder of de architect. Er is in deze huizen door de
overheidsvoorschnften nu eenmaal geen ruimte te vin-
den voor een douchecel.
Spreker hoopt, dat in de toekomst maatregelen wor-
den getroffen, opdat door tijdige bespreking van de
p annen, wensen inzake de woningbouw ter sprake
kunnen worden gebracht, die de raad of het colleqe
van burgemeester en wethouders ter kennis van Den
Haag kunnen brengen, waardoor men niet qedronqen
wordt naar een tijd waar we overheen zijn.
De heer Zegwaart gaat met dit plan heel graaq mee
Spreker verheugt er zich over, dat weer 42 woonruim-
ten zullen worden gebouwd. De bezwaren van de heer
van der Lmden over de moeilijkheden met kinderen op
bovenwoningen deelt spreker. Hoewel hij meermalen
eeft betoogd, dat duplexwonmgen niet ideaal zijn, zijn
zij toch de enige oplossing in deze tijden van woninq-
nood. Zo kan een aankomend gezin naar deze duplex-
wonmgen verhuizen, terwijl burgemeester en wethou-
ders het in de hand hebben om in geval een gezin uit
de duplexwonmg groeit, het aan een normale woninq
he]Pen- Ook spreker had liever een badcel en een
voor- en achterkamer in de woningen gezien, maar we
kunnen niet, De voorgestelde oplossing is de best moge-
j ten aanzien van de huurprijzen, die hoqer
zijn dan voorgaande woningen, zijn we aan de qeqeven
richthjncn gebonden. Het is spreker opgevallen, dat de
te betalen grondprijs aan het grondbedrijf hoger is dan
gronaprijs van een volgend voorstel, die beneden