147
25 April 1951.
mocratie, indien geen notulen werden gemaakt. Nu is
dat demagogie. Het spijt spreker dat hij hierin een
ambtenaar moet betrekken die hier aanwezig is maar
zich niet kan verdedigen. Het is hem n.l. opgevallen,
dat er verschil in de notulen gemaakt wordt tussen hen
die het gesprokene op papier hebben en hen die dit niet
hebben, waarbij het door de laatsten gesprokene ge-
comprimeerd wordt weergegeven. Dit is meten met
twee maten. Spreker is voorstander van het compri-
meren van de notulen.
De heer Van Houten sluit zich aan bij het gesprokene
door de heren Verhoeven en Mr. Dr. van Bruggen.
Spreker voert nog als argument aan, dat verschillende
instanties en particulieren zich op de raadsstukken heb-
ben geabonneerd, waarbij het van belang is, dat zij een
juist inzicht krijgen hoe de voorstellen worden behan-
deld. Het comprimeren van een betoog acht spreker
zeer moeilijk.
De heer Mr. Zeelenberg acht het fout de heren Ver-
hoeven en Mr. Dr. van Bruggen te volgen. Men moet
de behandeling van de begroting niet in stukjes hakken.
Deze moet in de raad behandeld worden. Spreker is
geen voorstander van het woordelijk weergeven van
het gesprokene.
De heer Zegwaart vreest dat het comprimeren van
de notulen tot willekeur zal leiden. Hij is geen voor-
stander van het maken van een kort resumé van het
gesprokene, omdat men zich zo nodig op het gespro-
kene moet kunnen beroepen. Spreker beveelt aan, dat
de begrotingsspeeches door alle leden op papier wor-
den gesteld, waardoor de algemene beschouwingen
slechts aan belangrijkheid zullen winnen.
De Voorzitter zou het jammer vinden als b.v. het
meesterlijke betoog van de heer Verhoeven, waar spre-
ker met interesse naar geluisterd heeft, beknopt in de
notulen zou worden opgenomen. Hij is er dan ook voor
om de begrotings-debatten uitvoerig te notuleren en
kleine zaken te comprimeren en daarvan alleen de be-
sluiten op te nemen.
De heer Verhoeven wil dan toch ook de belangrijke
opmerkingen genotuleerd zien.
