40 31 Mei 1951.
3. De kosten van terugbetaling der hoofdsom en van
betaling der rente komen voor rekening van de ge-
meente, evenals de kosten welke de geldgeefster
mocht maken tot incassering van de haar toe-
komende bedragen.
4. Alle betalingen van rente en aflossing moeten ge-
schieden ten kantore van de geldgeefster of op een
nader door haar aan te wijzen plaats; geen kwijting
kan worden gevorderd voor en aleer de verschul-
digde bedragen van rente en aflossing in het bezit
van de geldgeefster zijn of op de door haar aan-
gegeven plaats gestort zijn.
5. Bij niet-voldoening van hoofdsom en rente op de
daarvoor gestelde datum is de gemeente in gebreke
door het enkel verlopen van dat tijdstip, zonder in-
verzuimstelling of soortgelijke akte. Vanaf het mo-
ment van het verzuim tot aan de gehele afbetaling
van al het door de gemeente verschuldigde, wordt
de onder 2 genoemde rente met 4 per jaar ver-
hoogd.
6. Alle kosten van sluiten en tenuitvoerleggen van de
op te maken leningovereenkomst, nu en later, zijn,
voor zover de wet zulks toelaat, voor rekening van
de gemeente; eveneens komen alle belastingen,
welke van de geldgeefster te eniger tijd terzake
dezer geldlening, naar de maatstaf der interesten,
mochten worden geheven, ten laste en voor rekening
van de gemeente.
7. De geldlening zal worden aangegaan op onder-
handse overeenkomst.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van
31 Mei 1951.
De secretaris, De voorzitter,