31 Mei 1951.
174
kosten. Nu blijkt, dat de Minister de vergoeding heeft gesteld op 700.
plus 0.10 per km. Omgerekend komt dit neer op een vergoeding van
0.24 per km. Volgens het Reisbesluit echter bedraagt de vergoeding bij
1—10.000 km. 17 cent per km. en bij boven 10.000 km, 0.10 per km.
Spreker vindt hierin aanleiding de betreffende wethouder te verzoeken na
te gaan hoe deze zaak precies zit, waarna hij in de volgende vergadering
hierover gaarne mededelingen tegemoet ziet.
De heer Disselkoen, wethouder, antwoordt, dat de vergoeding voor
reiskosten is verhoogd, omdat de kosten van aanschaffing van een auto
belangrijk zijn gestegen met als gevolg de afschrijving daarop, terwnl ook
de prijzen van benzine en onderhoud zijn vermeerderd De commissie van
beheer was reeds lang overtuigd dat de bestaande vergoeding te laag was
maar zij mocht niet verder gaan dan de rijksvoorschriften toestonden'
T°en de commissie het bericht ontving dat verruiming van de bestaande
vergoeding mogelijk was, heeft zij dan ook eenstemmig besloten daaraan
gevolg te geven, omdat de toegestane vergoeding nog niet zo ver ging
als de commissie wel gewenst achtte. Dat de kosten slechts voor een
gering deel op de gemeente drukken maakt natuurlijk niet uit.
De heer Verhoeven merkt op, dat uit de bedragen blijkt, dat ruim 4000
km. îs gereden. De post van 700,— drukt te zwaar op dit klein aantal
kilometers. Als er b.v. 100.000 km. zou gereden worden, kreeg men een
belangrijk gunsüger cijfer per km. Spreker acht een vergoeding van
0.24 per km. meer dan behoorlijk.
De heer Disselkoen, wethouder, zegt, dat de totale kosten voor de auto
hoger zijn dan de schoolarts vergoed krijgt. Bij het afleggen van grote
trajeeten zou de prijs per km. zeker lager zijn. Men moet er nu eenmaal
rekening mee houden, dat de auto in een beperkt aantal jaren moet worden
afgeschreven.
De heer Verhoeven is van mening, dat toch ook een bepaald deel van de
vaste lasten van de auto op de schoolarts zelf moeten drukken voor het
privé gebruik. Ook bij een normaal gebruik van b.v. 25.000 km. per jaar
zijn de vaste kosten nog te hoog beloond.
De heer Reijnders wijst er op, dat de auto vele uren ongebruikt staat als
de schoolarts zijn werk verricht. Ook dan gaan kosten als wegenbelasting
en verzekering W.A. door. Met deze factor moet z.i. rekening worden
gehouden.
De heer Disselkoen, wethouder, zegt, dat deze vergoeding in de com-
missie grondig is bekeken, terwijl enige leden van de commissie als auto-
bezitter deze materie met kennis van zaken kunnen beoordelen. Spreker
zegt toe, deze zaak nog eens in de commissie te zullen bekijken.
De heer Verhoeven merkt op, dat als men een auto huurt met chauffeur
0.25 per km. moet worden betaald.
De heer Mr. Zeelenberg weet van iemand, die een wagenpark van 60
auto's beheert, dat de duurste wagen, een Chevrolet, 0.18 per km kost
Een vergoeding van 0.24 is dus zeker te hoog.
De heer Mr. Dr. van Brnggen zegt, dat hij in dit geval graag een klare
en heldere regeling zou zien vastgesteld, zodat deze zaak niet meer m de
raad besproken behoeft te worden. In de vergoeding die het rijk geeft aan
degenen die een particuliere auto in rijksdienst rijden, zullen toch ook wel
allerlei factoren verdisconteerd zijn. Voor zover mogelijk kan ook rekening
gehouden worden met privé gebruik van de auto. Het zou aan de andere
kant wonderlijk zijn om, indien de auto niet voor de dienst gebruikt wordt
dit geheel te laten drukken op privé gebruik.
