52
26 Juli 1951.
I. Universitaire beurzen, teneinde jongclieden in staat te stellen te
studeren aan een Universiteit of Hogeschool.
II. Studietoelagen voor jongelieden, die studeren aan andere onderwijs-
instellingen, zoals Middelbaar Technische School, Rijksnormaalschool
voor tekenonderwijs, de Kweekschool voor de Zeevaart, de Rijks-
academie voor Beeldende Kunsten.
III. Studietoelagen voor leerlingen van een school voor voortgezet onder-
wijs, voor zover niet vallende onder II.
Beurzen en toelagen.
Artikel 3.
De beurzen en toelagen dienen in de eerste plaats tot betaling van
studiekosten, doch kunnen mede worden verleend als bijdrage in het
levensonderhoud der bursalen.
Hierbij kan ook gerekend worden met het feit, dat de ouders inkomsten
derven, omdat hun kind nog niet verdient.
Geldmiddelen.
Artikel 4.
De geldmiddelen der Stichting bestaan uit:
a. het stichtingskapitaal.
b. subsidies van overheidswege.
c. terugbetalingen van oud-bursalen.
d. contributies.
e. schenkingen, legaten en erfstellingen.
f. andere baten.
Bestuur.
Artikel 5.
Het bestuur der Stichting bestaat uit hoogstens acht leden.
De bestuursleden worden benoemd en kunnen te allen tijde worcien
ontslagen door burgemeester en wethouders der gemeente Heemstede./
De wethouder van onderwijs der gemeente Heemstede is ambtshalve
voorzitter; hij wijst een der leden van het bestuur aan als secretaris en
een als penningmeester, welke functies echter ook in één persoon ver-
enigd mogen zijn.
Artikel 6.
Het bestuur vertegenwoordigt de Stichting in en buiten rechten.
Het bestuur der Stichting is verplicht telken jare aan het gemeente-
bestuur van Heemstede verslag uit te brengen van zijn werkzaamheden
en rekening en verantwoording te doen van zijn beheer.
Alle besluiten worden genomen bij meerderheid van stemmen.
Bursalen.
Artikel 7.
Voor de toekenning van een studiebeurs of -toelage komen alleen in
aanmerking jongelieden van wie de ouders of een der ouders op het tijd-
stip der toekenning ingezetene zijn der gemeente Heemstede en die dat
op dat tijdstip reeds gedurende de laatste vijf jaar ononderbroken zijn
geweest.
Indien beide ouders overleden zijn of de gegadigde meerderjarig is,
