229
26 Juli 1951.
uit verschillende kringen en milieu's, met dit gemeenschappelijke doel
voor ogen, dat zij de onderwijsbelangen zo goed mogelijk willen beharti-
gen. Juist het feit, dat de onderwijs-commissie ook in deze materie advies
geeft, kan aanleiding zijn om de commissie voor de beurzen met nog meer
zorg samen te stellen dan tot dusver. Zo zou naar sprekers mening iemand
uit de vakbeweging gespecialiseerd in nijverheidsonderwijszaken een per-
soon zijn, die daarin eigenlijk zitting moest hebben. Enige aandrang op
b.v. de heer Verhoeven om dit te bereiken, lijkt spreker wenselijk.
Bij de beoordeling van deze materie moet men zich niet door angst
laten leiden. Een breed inzicht moet hier ongetwijfeld leiding geven.
De heer Disselkoen, wethouder, zegt in antwoord op het gesprokene
door de heer Kamerbeek, dat het duidelijk is, dat een studiebeurs niet
voor eens, maar per jaar moet worden toegekend, omdat de mogelijkheid
bestaat, dat een begunstigde uit de band zou springen. Het jaarlijks
bedrag zal eventueel in termijnen worden uitgekeerd.
Het verlenen van recht van beroep lijkt spreker niet goed, omdat voor
een aanvrager van een studiebeurs geen recht daarop bestaat; hier is
sprake van een gunst. Spreker geeft echter de verzekering, dat bij voort-
during elk raadslid bij hem een open deur zal vinden indien hij inlichtingen
omtrent dergelijke zaken wenst te hebben.
De benoeming van de bestuursleden voor een bepaalde periode verdient
geen aanbeveling, omdat continuiteit in het bestuur gewenst is. Ontslagen
zullen door burgemeester en wethouders niet lichtvaardig worden ge-
geven, doch zij zullen, indien blijkt dat een misgreep is gedaan, het be-
trokken bestuurslid een wenk geven heen te gaan en indien daaraan geen
gevolg wordt gegeven, van hun recht tot ontslag zeker gebruik maken.
Bij lezing van de R.K. pers kan spreker zich indenken, dat de heer
Zegwaart angst gevoelt, maar diens angst behoeft niet van toepassing
te zijn op de Heemsteedse raadsverhoudingen.
Spreker wil aan dit alles nog toevoegen, dat burgemeester en wethou-
ders in de eerstvolgende weken graag open staan voor suggesties van de
raadsleden voor naar hun mening geschikte candidaten voor het bestuur,
waarbij spreker de restrictie maakt, dat zij niet onaangenaa,m getroffen
moeten zijn indien een naar voren gebrachte candidaat niet wordt be-
noemd.
Burgemeester en wethouders streven er in het algemeen naar, alles wat
enigszins in aanmerking komt, in de raadscommissies te brengen. Strikt
genomen behoefde dit voorstel niet in de onderwijs-commissie ter tafel te
worden gebracht. Burgemeester en wethouders ontlenen hun mandaat
aan de raad, waarom zij zeker bereid zullen zijn met de raad door middel
van de commissies, overleg te plegen. Laat de raad de ontwikkeling van
deze zaak eerst eens rustig aankijken. Dit raadsbesluit is geen wet van
Meden en Perzen. Als het niet goed is, kan het altijd nog anders gedaan
worden, maar dit is een basis waarop burgemeester en wethouders in zee
kunnen gaan.
De heer Zegwaart heeft geen antwoord gehad op zijn bezwaren tegen
de inhoud van artikel 8. Uit dit besluit kan spreker niet lezen, dat de
goedkeuring van burgemeester en wethouders plus het inschakelen van
de onderwijs-commissie nodig is voor de richtlijnen die het bestuur kan
vaststellen, hetwelk spreker nodig blijft vinden.
De wethouder verwerpt voorts het recht van beroep. Toch zou spreker
gaarne zien, dat bij afwijzing van een aanvrage daarvan een gemotiveerde
beslissing wordt gegeven.
De heer Disselkoen, wethouder, acht dit laatste aanvaardbaar, omdat
men hier te doen heeft met een bijna volwassen mens, die recht heeft op
het weten van de redenen van afwijzing van zijn verzoek. Zonder het te
benoemen bestuur te binden is spreker voor een gemotiveerde beslissing.