M m ••ly 231 26 Juli 1951. VI. VERPACHTING BLOEMBOLLENGROND. Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 31. Verpachting bloembollengrond. De heer Mr. Dr. van Bruggen wijst er op, dat twee leden afwezig zijn, die bij de behandeling van dit punt een belangrijke rol hebben gespeeld, n.l. de heren Mr. van Wijk en wethouder Mr. Bakhuizen van den Brink. Dit voorstel ontmoette in de vergadering van 29 Maart j.l. nogal bezwa- ren. Aangezien de notulen van de laatste vergaderingen wegens afwezig- heid van verschillende leden, zijn aangehouden, is spreker er voor om ook dit punt aan te houden, opdat genoemde heren hierover hun licht kunnen laten schijnen. De Voorzitter antwoordt, dat burgemeester en wethouders de vorige keer gezegd hebben, dat tegen uitstel geen bezwaar bestond, omdat ge- bleken was, dat wat meer tijd waarbinnen de ontruiming van de terreinen aan de Vrijheidsdreef moest geschieden, aanwezig was dan oorspronkelijk gedacht was. Achteraf is gebleken, dat het noodzakelijk is om spoedig de kweektuin over te brengen, hetgeen dan in dQi z.g.n. stille tijd kan gebeuren. Daarom is het wenselijk dit punt nu te behandelen, aangezien bij aanneming van het voorstel ook nog gewacht moet worden op de goedkeuring van gedeputeerde staten. Hij acht het gevaarlijk te wachten tot de Augustusvergadering, Tenzij de raad daartegen overwegende be- zwaren heeft, zou spreker nu in deze zaak gaarne een beslissing van de raad zien. De heer Beijnders zegt, dat de heer Kaptein geweigerd heeft het inder- tijd opgemaakte pachtcontract te tekenen. Naar sprekers mening is de overeenkomst daarmede vervallen. Dit is voor de raad het criterium van waaruit deze zaak bekeken dient te worden. De Voorzitter zegt, dat, hoewel de heer Mr. Bakhuizen van den Brink, die deze zaak behandeld heeft, niet aanwezig is, burgemeester en wet- houders er toch prijs op stellen, het voorstel in deze vergadering te be- handelen. Indien dit thans niet zou doorgaan, is de kans groot, dat deze zaak een veelvoud van het thans gevraagde bedrag zal moeten kosten. Zou over deze kwestie een procedure aanhangig worden gemaakt, dan bestaat de mogelijkheid dat daarmede vele maanden gemoeid zijn, zoals al meer is voorgekomen. Dit zou tot grote moeilijkheden aanleiding geven. De heer Mr. Dr. van Bruggen vraagt of de tijdnood nu toelaat om de zaak aan te houden tot de Augustus-vergadering, ja of neen. De Voorzitter acht dit moeilijk definitief te zeggen. Het hangt er van af of de goedkeuring van gedeputeerde staten op korte termijn zal worden verleend. Openbare werken dringt er sterk op aan nu een beslissing te nemen, opdat de planten op tijd kunnen worden overgebracht. De heer Beijnders wijst er op, dat deze late behandeling niet de schuld van de raad is, doch van burgemeester en wethouders. Immers in de Juni- raad was er zeker gelegenheid geweest deze zaak aan de orde te stellen, terwijl toen de heer Mr. Bakhuizen van den Brink aanwezig was. De heer Zegwaart is van mening, dat als de raadsleden-juristen moeten gaan uitmaken of het bestaande contract al of niet rechtsgeldig is, dan zeker voorlopig geen beslissing kan worden genomen. Spreker is er dan ook voor om de zaak maar door te hakken. De Voorzitter verklaart, dat als de behandeling van dit punt nu wordt aangehouden en daardoor tijdnood zou ontstaan, de verantwoording niet voor rekening van burgemeester en wethouders is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1951 | | pagina 12