26 Juli 1951. 232
De heer Ir. Kooijmans zegt, dat de Grondkamer contracten voor 1 jaar
voor gemeenten wel degelijk aanvaardt. De heer Kaptein heeft geen recht
op een contract van 6 jaar. Om de tijdnood te overbruggen is het mis-
sehien mogelijk met Kaptein overeen te komen, dat hij de grond voor de
gemeente vrijmaakt en dat de te betalen vergoeding daarvoor later wordt
g'eregeld, waarbij de Grondkamer en eventueel de rechtbank kunnen
worden ingeschakeld.
De Voorzitter wijst er op, dat de Grondkamer in dit geval een pacht
van 6 jaar heeft opgelegd.
De heer Ir. Kooijmans is bij dergelijke contracten voor een andere ge-
meente betrokken geweest, waarbij het niet nodig is om een termijn van
6 jaar aan te houden, doch met 1 jaar kan worden volstaan.
De heer Mr. Dr. van Bruggen stelt voor, öe behandeling van dit agenda-
punt aan te houden tot de Augustus-vergadering, welk voorstel door de
heren Ir. Kooijmans en Reijnders wordt gesteund.
Na gehouden stemming blijkt dat het voorstel is verworpen met 47
stemmen.
Vöör het voorstel stemden de heren Reijnders, van Houten, Mr. Dr. van
Bruggen en Ir. Kooijmans.
De heer Reijnders zegt, bij de vorige behandeling er reeds de nadruk op
gelegd te hebben, dat de gemeente voor het onderbrengen van de kweek-
tuin een ander terrein ter beschikking staat. Dit terrein lijkt spreker de
meest efficiënte oplossing, omdat de planten en bloemen dan op korte
afstand van de plaats van hun bestemming worden gekweekt
Spreker heeft de indruk, dat de heer Kaptein het met zijn eis tot
schadevergoeding niet zo erg nauw neemt. Zo acht spreker een vergoeding
voor diepspitten en bemesting, welke werkzaamheden 3 jaar geleden
hebben plaats gehad, niet op zijn plaats, omdat de te derven profijten
daarvan na 3 jaar tot heel weinig gereduceerd kunnen worden. Als deze
werkzaamheden tenminste verricht zijn, hetgeen spreker betwijfelt. De
prijs voor een dergelijk terrein acht spreker veel te duur. Als de kweek-
tuin niet aan de Kadijk maar ergens anders wordt ondergebracht, dan
kan de prijs, die nu betaald moet worden om in het bezit van de grond
te komen, beter besteed worden aan het meer geschikt maken van andere
grond.
De heer van Hees, hoewel over de voorgestelde regeling niet tevreden
zijnde, is toch van mening, dat men deze zaak practisch moet bekijken
zou de gcmeente nu b.v. f 500,— te veel betalen, dan kan bij afwijzing
van deze schikking, later blijken dat de gemeente voor nog grotere kosten
komt te staan. De voor- en nadelen moet men dus tegen elkaar afwegen
waarbij het spreker voorkomt, dat het voorstel van burgemeester en wet-
houders de meest voordelige oplossing biedt.
De heer Mr. Dr. van Bruggen is het met het voorstel van burgemeester
en wethouders niet eens- Spreker wijst er op, dat door de heer Mr. van
Wrjk; op grond van de praktijk, reeds is aangetoond, dat de schadever-
goedmg door de rechter gelimiteerd wordt vastgesteld. Spreker staat
afwijzend tegenover het standpunt, nu maar te veel te betalen om daar-
door misschien mogelijke nadelen te ontgaan. Hij voelt er niet voor om
een extra voordeel in de portemonnaie van een ander te doen vloeien als
dat niet nodig is. Sterk heeft spreker de indruk dat men hier de heer
Kaptem onrechtmatig gaat bevoordelen.
De heer Zegwaart zou, als hij de overtuiging had, dat hier f 10.te
veel aan de heer Kaptein betaald wordt, daar zeker niet aan medewerken.
Is de raad echter overtuigd, dat hier te veel wordt betaald? De deskun-
dige meent dat de vergoeding billijk is. Nu rijst de vraag of dit inderdaad