233 26 Juli 1951. billijk is, maar naar sprekers mening kan de raad zonder meer niet be- oordelen of hier teveel wordt gegeven. De Voorzitter, de heer Reijnders beantwoordend, wijst er op, dat het bedoelde terrein naast de gasfabriek, bestemd isvoor industrieterrein. Spreker vindt het onjuist om een groot bedrag voor dit terrein uit te geven om het voor kweektuin geschikt te maken, met het vooruitzicht, dat de tuin binnenkort toch weer verplaatst moet worden. Het door bur- gemeester en wethouders voorgestelde terrein is voor kweektuin uitermate geschikt, Het is vlak bij het wandelbos Groenendaal gelegen, waardoor het beschut ligt en heeft het voordeel dat werklieden, die enige uren over hebben, zonder veel tijdverlies vanuit het bos op de kweektuin te werk kunnen worden gesteld. Het terrein naast de gasfabriek is door een des- kundige onder de loupe genomen, waarbij hij tot de conclusie kwam, dat het ongeschikt is voor kweektuin. In antwoord op het gesprokene door de heer Mr. Dr. van Bruggen, die meent dat de te geven vergoeding te hoog is, daarbij steunende op hét in de vergadering van 29 Maart gehouden betoog van de heer Mr. van Wijk, zegt spreker dat in het door de heer Mr. van Wijk aangehaalde voorbeeld geen sprake was van kostbare bollengrond, maar van weiland. Bovendien kan hier geen beroep worden gedaan op het Pachtbesluit om het contract ongedaan te maken, omdat het terrein niet bestemd wordt voor woning- bouw enz. als in het Pachtbesluit bedoeld. Spreker deelt het standpunt van de heer Mr. Dr. van Bruggen dat niet meer betaald rnoet worden dan nodig is. De geraadpleegde deskundige uit het bollenbedrijf is echter van mening, dat de gevraagde schadeloosstel- ling gerechtvaardigd is. Spreker is het eens met de heer van Hees, dat deze kwestie zakelijk bekeken dient te worden. Toen burgemeester en wethouders de overtui- ging hadden dat de schadevergoeding niet te hoog was, hebben zij zich op het standpunt gesteld, dat deze oplossing dan ook aanvaard diende te worden. Als zij door de raad niet aanvaard wordt, dan moeten burgemees- ter en wethouders binnenkort met een andere oplossing komen, waarbij zal blijken, dat de gemeente dan veel meer kwijt zal zijn. A1 zou de gemeente nu f 500.te veel betalen, hetgeen spreker ontkent, dan toch is hij van mening, dat de oplossing geaccepteerd moet worden, omdat nu een prach- tig terrein kan worden verkregen. Na de uiteenzetting van wethouder Mr. Bakhuizen van den Brink in het college, zijn burgemeester en wet- houders overtuigd geworden, dat deze oplossing redelijk is. De heer van Houten zegt, dat de omstandigheid, dat verschillende leden tegen het voorstel van burgemeester en wethouders waren, hem aan- leiding gaf vöör uitstel van de behandeling te stemmen. Nu er een beslis- sing moet worden genomen, verklaart hij zich accoord met het voorstel van burgemeester en wethouders. De heer Reijnders merkt op, dat van de zijae van burgemeester en wet- houders is gezegd, dat er tijdnood in deze zaak bestaat. Spreker zou wel willen weten of deze tijdnood ontstaan is door nalatigheid van het gehele of van een gedeelte van het college van burgemeester en wethouders. Voorts wijst spreker er op, dat de voorzitter bij zijn verdediging heeft gezegd, dat hier sprake was van kostbare bollengrond. Dat zal toch niemand in de raad geloven. Het pachtcontract is en blijft volgens spreker het criterium. De pachter heeft op een handige manier het overeenge- komen pachtcontract niet getekend. Hij is er van op de hoogte, dat de gemeente in tijdnood veikeert en hij heeft daarnaar zijn prijs gesteld. Spreker is tegen het voorstel van burgemeester en wethouders. De heer van Hees is van mening, dat als nu van het voorstel van burge- meester en wethouders wordt afgeweken en de nadere onderhandelingen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1951 | | pagina 14