26 Juli 1951. 226 te niet juist acht. >g Wil het benoemingsrecht van het bestuur door de raad reëel worden toegepast, dan zullen burgemeester en wethouders minstens met dubbel- e- tallen moeten komen. Dat betekent dus, dat_ er tweemaal zoveel mensen moeten worden aangezocht dan nodig zijn. Nu heeft men voor dergelijke lit besturen uit twee soorten mensen de keuze. De eerste soort staat als het of ware te dringen om benoemd te worden. Die moeten we niet hebben. We ;n moeten mensen trachten te vinden, die liefde voor de wetenschap en veel at sociaal gevoel hebben. Uiteraard is de tijd van deze categorie mensen zeer )il bezet, waarbij zij zich moeilijk vrij zullen kunnen maken, terwijl zij meer- 11 malen hun avonden zullen moeten opofferen voor het behandelen van -Jr misschien één aanvrage. Het zal in de praktijk wel hier op neer komen, et dat burgemeester en wethouders de geschikt geachte mensen zullen moe- !n ten soebatten een benoeming te aanvaarden. Wordt de benoeming aan n- de raad gelaten, dan moeten burgemeester en wethouders dus 14 mensen ln soebatten, met de zekerheid dat daarvan 50 zal worden gepasseerd. it Dat mag men deze respectabele burgers niet aandoen. Het is onder deze !n omstandigheden zeer moeilijk een voldoend aantal geschikte mensen bij elkaar te krijgen. Maar bovendien zal in de raad over de dubbeltallen )k gediscuteerd moeten kunnen worden met de mogelijkheid althans, dat !n de candidaten, omdat zij, laten we zeggen, uit een bepaald politiek milieu komen, zullen worden afgewezen. Waar het toch al moeilijk zal zijn om s_ geschikte mensen te vinden, mogen zij niet worden afgeschrikt om zich in beschikbaar te stellen. Daarom hebben burgemeester en wethouders het r_ voorstel gedaan om de benoeming aan zich te houden, waarbij zij om de er raad niet geheel uit te schakelen, het amendement van de onderwijscom- je missie om de benoeming in overleg met deze commissie te doen, hebben !n overgenomen. Spreker is het niet eens met de heer Reijnders als zou de benoeming in hierdoor in de politieke sfeer worden gebracht. Zou de benoeming door et de raad geschieden, dan zou dat, in de lijn van de heer Reijnders door- e_ geredeneerd, nog erger zijn dan overleg met de onderwijs-commissie, om- jf dat in de raad ook politiek bedreven wordt. Nu valt de benoeming binnens- re kamers, terwijl dat anders in het openbaar moet geschieden. De voor- e_ gestelde oplossing van burgemeester en wethouders lijkt spreker daarom e_ de goede. ie Mevrouw van Nispen heeft de benoeming van een vrouw bepleit. Spreker n_ doet de toezegging, dat burgemeester en wethouders graag met grote ernst zullen nagaan of er een geschikte vrouw te vinden zal zijn. Burge- e_ meester en wethouders zullen uiteraard een veelzijdige samenstelling van e_ het bestuur toejuichen. je Verder heeft de heer Ir. Kooijmans gevraagd of uitsluitend Heemsteedse ie ingezetenen in het bestuur benoembaar zullen zijn. Spreker zou dit niet Lt, g>raag voorschrijven. Wel zou hij het erg prettig vinden indien in Heem- in stede 7 capabele mensen bereid gevonden zouden worden. Indien echter at zittende bestuursleden de gemeente zouden verlaten, meent spreker, dat le niet in ade omstandigheden, b.v, bij vestiging in een omliggende gemeente, [t persé tot ontslag moet worden overgegaan. in ^at det verlenen van rijksstudiebeurzen thans onbevredigend is, zoals jj_ de heer Zegwaart heeft geïllustreerd, onderschrijven burgemeester en wet- houders blijkens hun voorstel. Dit is juist de aanleiding tot dit voorstel ;n geweest, waarbij burgemeester en wethouders zijn teruggekomen op hun îg enige jaren geleden dienaangaande ingenomen standpunt. !n iai ilet studeren aan een conservatorium ook onder deze regeling valt, er zc;i]s do°r de heer Zegwaart gevraagd, is zonder twijfel, omdat de artis- m tieke ontwikkeling, zomin als welke andere ook, is uitgesloten. )g Voorts vreest de heer Zegwaart misbruik van de uitzonderingsbepaling id °P de voorgeschreven termijn van 5 jaar, die men ingezetene dezer ge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1951 | | pagina 7