80
6 December 1951.
üe Afd.
4e WIJZIGING VEROBDENING BEHEER GEMEENTEBEDRIJVEN.
De Raad der gemeente Heemstede;
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
BESLUIT:
de verordening op het beheer der gemeentebedrijven, vastgesteld bii
raadsbesluit van 29 December 1932 No. 54, gewijzigd bij raadsbesluiten
van 28 December 1937 No. 123, van 19 Mei 1938 No. 34 en van 31 Augus-
tus 1950 No. 60 te wijzigen als volgt:
I. Aan artikel 5 lid 1 wordt toegevoegd: „Is een andere ambtenaar
dan de boekhouder met het kasbeheer belast, dan is eerstbedoelde
daarvoor verantwoordelijk".
n. Artikel 9 wordt gelezen als volgt:
„De gemeente verstrekt aan het bedrijf het nodige kapitaal ter-
zake van uitgaven ter verkrijging van vaste bezittingen en zo
nodig ook ter verkrijging van voorraden en belast het bedrijf
daarvoor met rente volgens het omslagpercentage".
III. In artikel 11 lid 1 wordt na „boekhouder" ingelast „respectieve-
lijk kassier".
IV. Artikel 11 lid 2 wordt gelezen als volgt:
,,Alle betalingsstukken van een bedrijf worden door de controleur
der gemeentefinanciën en de voorzitter van de commissie van
bijstand voor gezien getekend".
V. Het bepaalde in artikel 13 met de daarboven geplaatste woorden
„Winst, verlies, reserve" vervallen.
Artikel 13 wordt gelezen als volgt:
>>De ambtenaar, die belast is met de boekhouding en/of het kas-
beheer geeft aan burgemeester en wethouders, aan de commissie
van bijstand, aan de voorzitter, elk lid en de secretarissen van die
colleges, alsmede aan de directeur de verlangde inlichtingen om-
trent de boekhouding van het bedrijf en inzage van de boeken en
daarbij behorende bescheiden".
VI. Artikel 14 lid 3 vervalt.
VII. Artikel 15, artikel 16 met het daarboven geplaatste woord „Con-
trôle" en artikel 17 vervallen.
VIII. In artikel 21 wordt in de plaats van ,,nadat de cijfers dezer
rekening door een boekhoudkundige, bedoeld in artikel 265 der
gemeentewet, deugdelijk zijn verklaard" gelezen; „onder toevoe-
ging van een verslag van de deskundige, bedoeld in artikel 265
der gemeentewet".
IX. Artikel 22 wordt gelezen als volgt:
„In afwijking van het bepaalde in artikel 4, 2e lid en artikel 14
gelden voor het grondbedrijf de volgende bepalingen".
X. Artikel 25 lid 2 en het cijfer 1 voor lid 1 vervalt.
XI. Aan artikel 26 lid 1 wordt toegevoegd: „Op de boekwaarde der
onroerende goederen heeft geen afschrijving wegens waardever-
mindering plaats."
XII. In artikel 31 lid 2 vervallen de woorden: „en het bedrag van
de verplichte aflossing op de leningsschuld, welke ten laste van
het bedrijf is gebracht."