8
31 Januari 1952.
het gevaar voor de kinderen. Burgemeester en wethouders hebben reeds
aan de N.Z.H.V.M. gevraagd daar zo voorzichtig mogelijk te doen rijden.
Ook het berijden van straten met busssen waarin tot nu toe geen bus-
verkeer was zal wel extra kosten meebrengen en ook de te vrezen schade
aan huizen is een factor van betekenis. Burgemeester en wethouders ach-
ten echter het Wilhelminaplein als eindpunt niet verantwoord.
De heer Mr. Dr. van Bruggen wijst er op, dat, al is dit een particuliere
maatschappij, deze toch een semi-publiekrechterlijk karakter heeft. Bij
het verwerven van het vervoersmonopolie heeft zij ook bepaalde verplich-
tingen tegenover de gemeenschap op zich genomen. De raadsleden, als
vertegenwoordigers van die gemeenschap, hebben de plicht om van hun
gevoelen te doen blijken. Het betreft hier niet een incidenteel geval als
het tijdelijk verplaatsen van een halta, Hier komen kinderen in gevaar;
zullen huiseigenaren in moeilijkheden komen; gaat het om een ingrijpende
verandering in de bestaande busverbinding. Dit zijn geen kleinigheden.
De fractiegenoot van de heer Reijnders, de heer Verspoor, heeft deze
zaak aangesneden. Het betreft hier een publiek belang en een algemeen
belang dient in het publiek besproken te worden.
De heer Mr. van Wijk zegt, dat men zelfs op geruchten nog te laat
met reacties kan komen, omdat, zoals hier blijkt, de opmerkingen van de
buurtbewoners en van de raadsleden als mosterd na de maaltijd komen.
Spreker verwacht, dat van de route zoals burgemeester en wethouders nu
met de N.Z.H.V.M. zijn overeengekomen, weinig plezier zal worden beleefa.
Vooral de smalle Achterweg zal veel narigheid opleveren.. Veel beter ware
het geweest de bussen over de omliggende wegen van de Indische buurt
te leiden dan dwars door die buurt. Het publiek kan dan naar die wegen
tcelopen. Spreker zou het betreuren, dat eerst na een serie aanrijdingen
op het nu genomen besluit zou worden teruggekomen. Hij acht de inge-
diende klachten gegrond.
De heer Reijnders wijst er op, dat uit de mededelingen van de burge-
meester wel blijkt, dat de directie overleg met burgemeester en wethou-
ders pleegt. De klachten van de heer Mr. Dr. van Bruggen, o.a. over de
eenmansbussen, acht spreker maar van klein belang. Op de lijn Station-
Bloemendaal rijdt men al geruime tijd met eenmansbusssen. Daar hoort
men geen klachten. Het publiek is er op ingesteld en klaagt niet. Ook
hier zal de gang van zaken met de eenmansbussen wel beter worden als
het publiek meewerkt. Bij spreker praevaleert, dat de arbeiders tegen
lage tarieven van de bus gebruik kunnen maken. In dit streven dient men
de directie tegemoet te komen.
De heer Verspoor is door het antwoord van de Voorzitter wel bevredigd.
Spreker vraagt of de dienst naar de Glip gehandhaafd blijft.
De Voorzitter onderschrijft de mening van de heer Mr. Dr. van Brug-
gen, dat de maatsehappij het publiek belang moet dienen en deswege
verplichtingen heeft.
Spreker wil de heer Mr. van Wijk er op wijzen, dat door de N.Z.H..V.M.
wijzigingen zouden kunnen worden aangebracht, die van weinig gemeen-
schapszin getuigen. Zo zou de maatschappij niets liever doen dan de lijn
naar de Glip opheffen. Na een bespreking tussen directie en burgemeester
en wethouders, waarbij door hen de nadruk op de verplichtingen van de
maatschappij werd gelegd en gewezen werd op het feit, dat de Glip één
geheel met Heemstede vormt, werd door de directeur de gedachte aan
opheffing direct opgeborgen, ondanks hct feit, dat dit in het nadeel van
de maatschappij is. Hier had overleg dus tot resultaat, dat de lijn naar
de Glip behouden bleef. Dit vrijwillige overleg van de zijde van de maat-
schappen kan niet voldoende geapprecieerd worden. Er moet nu eenmaal
noodzakelijk tot inkorting van de busroute worden overgegaan en dat niet