28 Februari 1952 71 wordt toegewezen, inzage van de overgelegde stukken wordt verleend en getuigen kunnen worden gehoord. Dit is uitdrukkelijk weggelaten, terwijl het toch wel de bedoeling zal zijn om deze voordelen van een rechtsstaat te doen genieten. Resumerende zegt spreker, dat hij voorlopig zijn stem aan dit voorstel niet kan geven, omdat: 1. er niet uit blijkt, dat alleen op grond van revolutionnaire gezind- heid ontslag kan worden verleend, maar ook de mogelijkheid wordt ge- boden op andere gronden ontslag te verlenen. 2. er reeds een betreffende bepaling in het ambtenaren- en werklieden- reglement voorkomt. 3. deze materie niet grondwettelijk geregeld is kunnen worden, 4. als het in gemeenten anders moet, burgemeester en wethouders mans genoeg zijn om zelf een nieuwe regeling te ontwerpen en 5. geen rekening kan worden gehouden met de plaatselijke verhou- dmgen, doordat de mogelijkheid om iemand in de adviescommissie te benoemen die met plaatselijke verhoudingen op de hoogte is, slechts 1 op 5 îs en deze plaatselijke verhoudingen ook in de diverse gemeenten zeer verschillend zijn. De heer Mr Bakhuizen van den Brink, wethouder, wil gaarne op het e oog van de heer Mr Pliester nader ingaan. Diens bezwaren zijn niet zozeer van staatsrechterlijke aard dan wel van opportuniteitsaard Eens- deels zijn de bezwaren van de heer Mr Pliester hierin gelegen, dat deze maatregel door de overheid wordt gewenst en dat burgemeester en wet- houders de neiging zouden hebben, slaafs te volgen. Persoonlijk is spreker zoals de raad wel bekend is, er geen voorstander van, zonder meer alle maatregelen, die door de regering gewenst worden, in te voeren. Bij dit punt voelt spreker echter wel voor eenheid tussen de organen van het riik en de andere organen. Er zijn nu eenmaai factoren en omstandigheden, van algemeen landsbelang zijn. waarbij het bestaan van de Staat ernstig betrokken îs, en dan is het goed, dat alle daarbij betrokken amb- tenaren in een gelijke positie verkeren. Zo vindt spreker het b.v. onge- wenst, dat voor een ambtenaar van het waterleidingbedrijf van Amsterdam ,LVr^ I i.E.N. die m Heemstede woont, ten opzichte van landsge- aarlijke strommgen, die door hen worden aangehangen, regelingen van dere m oud ,om dlt teg-en te gaan zouden gelden, dan voor de ambte- ""e"a" de eigen gemeente. Dit moet niet bekeken worden aan de hand plaatselijke gebruiken, omdat het van algemene aard is. Iets anders hü s^ien Paa'de „eisen gesteld zouden worden voor ambtenaren, die lipdpn hifrr6 van et land betrokken zijn, en deze eisen zouden op werk- kinnnd t e plantsoenen in de gemeente van toepassing worden Ver- def^nsiP hPtr°nki/eVa\ZT kunnen Wijken, dat, wat voor iemand bij de werkt Len hP^ttni ontoel.aatbaai- is, voor degene die bij de plantsoenen hier niet I t, 7°™ 1S echter een kwestie van toepassing, die dü p-pwinhtio- °f i gaat het echter om algemene normen. Bij van Rhk p PUn Van algemeen belang, dient de situatie voor personeel van Rijk, Provmcie en Gemeente hetzelfde te zijn. alinel r^ntpk -T1" UJ Pliester bezwaar tegen de formulering van dan wnt p e er Wljst er dan °P. dat in de nieuwe alinea niet méér staat dan wat m het oorspronkelijke artikel voorkomt. len zullfm^wnrd1 de heer Mr Pllester, dat onder de nieuwe redactie geval- aeeft t™ d t d betrokken waarvoor de bepaling niet is bedoeld. Spreker fenrlh^d d Jedactle niet ideaal is en dat het mogelijk zou zijn, dat benaline- nieTT. f6Ze aimea °?k toe te Passen op gevaUen, waarvoor de g t is gemaakt. Gezien echter de aanleiding tot het ontstaan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1952 | | pagina 3