74
28 Februari 1952.
De Voorzitter vraagt of de heer Zegwaart hier een voorstel van maakt.
De heer Zegwaart antwoordt, dat het college mans genoeg is om hier-
voor een juiste redactie te vinden.
De Voorzitter zou het artikel willen aanvullen met „behoudens beroep
op de raad".
De heer Mr van Wijk vraagt zich af, of de voorgestelde redactie van
de heer Zegwaart ook automatisch geldt. Dit is z.i. niet zeker, maar
indien een dergelijke bepaling wordt opgenomen heeft het zin de bewijs-
last te verdelen en dus tevens te bepalen dat overmacht door de betrok-
kene of zijn rechtverkrijgenden bewezen zal moeten worden. Spreker
beveelt aan om artikel 14 aldus aan te vullen: „tenzij door betrokkene
overmacht kan worden aangetoond".
Zonder hoofdelijke stemming kan de raad zich met de voorgestelde
aanvulling van artikel 14 verenigen.
De heer Mr van Wijk zegt, dat burgemeester en wethouders in hun voor-
stel motiveren waarom zij de bijdrage van de wethouders voor hun pen-
sioenaanspraken op 2 stellen en dit percentage voor het weduwen- en
wezenpensioen ook op 2 stellen en niet op 5 V2 zoals voor de ambte-
naren geldt. Spreker vraagt zich af of dit wel juist is. Het wethouder-
schap is een nevenfunctie, waardoor bij ôverlijden van een wethouder,
ook uit andere hoofde het door de commissie ad hoc gesignaleerde ver-
schil wel gedekt kan zijn. Spreker vindt het door de commissie genoemde
argument niet zo sterk.
De Voorzitter antwoordt, dat de commissie ad hoc op het standpunt
stond, dat een zo gunstig mogelijke regeling voor de wethouders moest
wordén verkregen. Spreker wijst er voorts op, dat de weduwe van een
Wethouder een naar verhouding kleiner pensioen zal genieten dan de
weduwe van een ambtenaar met een normale diensttijd. Daarover kan
men echter van mening verschillen. De commissie was verder bij haar
voorstellen gebonden aan artikel 101 van de gemeentewet waarom zij
gemeend heeft met een gunstiger regeling te moeten komen.
De heer van Houten, betreurende dat de heer Mr Zeelenberg, die bij
uitstek deze materie beheerst, door ziekte niet aahwezig kan zijn, ver-
klaart zich, mede namens zijn fractie, met de voörgestelde regeling
accoord.
De heer Mr van Wijk zal alsnog oVer zijn bezwaren heenstappen.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemmmg
vastgesteld.
De heren wethouders nemen hun ze'tels weder în.
V. VERZEKERING VAN GEMEENTEGELDEN.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
önder volgno.
Verzekering van gemeentegelden.
Het ohtwerp-besluit wordt zortder hoofdelijke stemming vastgesteld.
VI AANSLUITING AAN DE N.V. BOUWKAS NOORD-NEDER-
LANDSE GEMEENTEN.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
21. Deelneming in de N.V. Bouwkas Noord-Nederlandse Gemeenten.
De Voorzltter deelt mede, dat de financiële commissie zich hiermede kan