47
29 Mei 1952.
3e Afd.
VERLAGING SCHOOLGELD U.L.O.
Aan de Raad.
Geruime tijd geleden heeft de Regering medegedeeld, dat zij maatregelen
overwoog om tot schoolgeldverlaging te komen.
Bij circulaire van 3 April j.l. heeft de Minister van Binnenlandse Zaken
aan de gemeentehesturen bericht, dat het Rijk bereid is tegemoet te
komen in de kosten van verlaging van het schoolgeld voor uitgebreid
lager onderwijs met 2O»/0, zulks met ingang van het schoolgeldjaar 1950/51.
De schoolgeldtarieven zijn geregeld in het „Tijdelijk besluit schoolgeld
lager onderwijs 1945". De in dit besluit vervatte tarieven zijn voor het
uitgebreid lager onderwijs driemaal zo hoog, dan die voor het gewoon
lager onderwijs. De Raad heeft echter de bevoegdheid deze tarieven te
wijzigen door het vaststellen van een vermenigvuldigingscijfer. Bij Uw
besluit van 25 April 1946, no. 7, werd het vermenigvuldig:ingscijfer voor
het gewoon lager onderwijs vastgesteld op 2. Voor het uitgebreid lager
onderwijs werd geen vermenigvuldigingscijfer vastgesteld. Hierdoor heeft
het schoolgeld voor gewoon lager onderwijs en uitgebreid lager onder-
wijs in onze gemeente zich sinds 1946 verhouden als 2 3.
Naar aanleiding van bovengenoemde circulaire stellen wij U voor de
bijgaande ontwerp-verordening vast te stellen, waardoor een verlaging
van het u.l.o.-schoolgeld met 20°/0 bereikt zal worden. De verhouding van
het schoolgeld voor gewoon lager en voor uitgebreid lager onderwijs
wordt dan 2 (3 X 80/100) of 1 1,2. Het Rijk zal jaarlijk 20/80 van het
kohierbedrag u.l.o. aan de gemeente uitkeren, zodat de gemeente geen
financieeî nadeel ondervindt.
Naast bovenbedoelde verlaging, die van Uw besluit afhangt, heeft de
Regering een wetsontwerp ingediend tot wijziging van het tijdelijk besluit
schoolgeld lager onderwijs 1945, inhoudende vermindering van schoolgeld
voor gezinnen, waarvan meer dan één kind een school bezoekt. Deze
vermindering bedraagt 25°/0 indien 2 of 3 en 50°/0 indien 4 of meer kin-
deren een school voor lager, kweekschool, nijverheids, middelbaar of
hoger onderwijs bezoeken en gaat in met het schoolgeldjaar 1951/52. Dit
wetsontwerp is inmiddels door de Tweede Kamer aangenomen. Ook deze
verminderingen worden jaarlijks aan de gemeeDte vergoed.
Tenslotte worden de schoolgelden met ingang van het schoolgeldjaar
1952/53 voor de meeste schoolgeldplichtigen bovendien lager, tengevolge
van de verlaging van de loon- en inkomstenbelasting, die op 1 Januari
1951 is ingegaan. Immers de verschuldigde loon- en inkomstenbelasting
over 1951 is maatstaf voor de berekening van het schoolgeld over het
cursusjaar 1952/53.
De orde van grootte van deze verlaging is globaal als volgt
Schoolgeldverlaging bij een jaarinkomen van 3000.31°/0
4000.— 26°/0
5000.— 26°/0
9000,— 20°/0
12000.— 17°/0
Hier staat weer tegenover dat het inkomen in 1951 ten opzichte van
vorige jaren van vele schoolgeldplichtigen door de salaris- en loonsver-
hogingen is gestegen.