2 October 1952.
160
De Voorzitter wijst daarna, met goedvinden van de raad, de heren Mr
van Wijk, Reijnderg en van Hees aan als leden van de commissie tot
onderzoek van de geloofsbrief van de heer M. D. Scheer.
De commissie trekt zich terug teneinde de geloofsbrief te onderzoeken.
Na terugkeer der commissie brengt de commissie, bij monde van de
heer van Hees het volgende verslag uit.
„De ondergetekenden W. J. H. van Hees, Mr O; H. van Wijk en W. J.
Reijnders, leden van de raad der gemeente Heemstede, aangewezen als
leden der commissie van onderzoek naar de geloofsbrief van het op 22
September 1952 benoemde lid van de raad dezer gemeente, in de vacature
ontstaan door het bedanken als zodanig door de heer Mr. R. C. Bakhuizen
van den Brink. verklaren alle bescheiden te hebben onderzocht en vol-
komen in orde te hebben bevonden. Volgens deze overgelegde bescheiden
bestaan naar het oordeel der commissie geen bezwaren tegen de toelating
als raadslid dezer gemeente van de heer M. D. Scheer."
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming tot toelating van de heer
M. D. Scheer als raadslid, besloten.
De Voor/.ltter dankt de commissie voor haar rapport.
II. VASTSTELLING NOTULEN VAN DE VERGADERING
VAN 28 AUGUSTUS 1952.
De heer Zegwaart stelt voor, op blz. 144, 26e regel van boven, het woord
„goede" te vervangen door ,,zeer".
De heer Mr Dr van Bruggen stelt voor, op blz. 156, de 4e alinea te lezen
als volgt: „De heer Mr Dr van Bruggen zal voor het voorstel tot aan-
houding stemmen, omdat het plan als geheel niet in de commissie is
behandeld".
De heer Ir Kooijmans stelt voor, op blz. 155, de lOe alinea, te lezen als
volgt: ,,De heer Ir Kooijmans meent ook, dat in de commissievergadering
de plannen door de architect niet zijn toegelicht".
De heer van Lent, wethouder, wil, naar aanleiding van de vaststelling
van deze notulen, nog een fout herstellen.
Bij de bespreking in de vorige vergadering van de bouw van 3 garages
in het plan van de 48 woningen, heeft spreker de raad niet kunnen over-
tuigen, dat dit plan in de raadscommissie was behandeld. Spreker heeft
er daarom nog eens over nagedacht en deze zaak nog weer besproken met
zijn adviseurs, waarbij hem is gebleken, dat het plan inderdaad niet in de
raadscommissie is geweest. Spreker was hierbij blijkbaar in de war met
de schoonheidscommissie, waarin het plan wel is behandeld. Nadat dit
vaststond heeft spreker onmiddellijk alsnog de commissies voor de volks-
huisvesting en openbare werken bijeengeroepen, aan welke commissies
spreker zijn verontschuldiging heeft aangeboden. Na bestudering van het
project zijn de commissies alsnog met het plan accoord gegaan.
De notulen worden vervolgens, met inachtneming van de voorgestelde
wijzigingen, vastgesteld.
III. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN.
a. Schrijven van de heer Mr R. C. Bakhuizen van den Brink, dd. 20
September 1952, houdende mededeling, dat hij met ingang van 1 October
1952 als wethouder ontslag neemt, terwijl hij tevens bedankt voor het
raadslidmaatschap
b. Goedkeuring door gedeputeerde staten dd. 3 September 1952, no. 51,
van het raadsbesluit dd. 28 Augustus 1952, no. 78, „Geldlening f 120.620.
Nationale woningbouwleningen 1952";