30 October 1952.
187
en wethouders gekomen met hun voorstel om voor rekening van de ge-
meente een monteerbaar podium te maken. De directie van het Minerva
Theater zal dan voor de uitvoeringen van de H.O.V. en voor andere uit-
voeringen, bijeenkomsten enz., die van gemeentewege worden georgani-
seerd, het podium kosteloos monteren en het voorts kosteloos in het
gebouw opslaan. Als andere verenigingen van het vergrote podium gebruik
willen maken, en spreker weet dat die organisaties er zijn, dan kan het
podium door de gemeente zelf verhuurd worden. De directie van het
Minerva Theater heeft dus niet het recht het zelf te verhuren.
Spreker hoopt, dat de heer Zegwaart na deze toelichting zijn amende-
ment in portefeuille wil houden.
In tegenstelling met de heer Mr Zeelenberg, die vier concerten te veel
vindt, meent spreker, dat, als men het plan heeft om populaire-, jeugd- en
paedagogische concerten te geven, verdeeld over zomer- en winterseizoen,
vier concerten niet veel is. Eerst dan kan men met de geuite wensen
rekening houden.
Wat het bezwaar van de heer Mr Zeelenberg betreft, dat de H.O.V. een
te groot geluidsvolume zal ontwikkelen voor deze zaal, merkt spreker op,
dat hierover vooraf de mening van het bestuur van de H.O.V. is gevraagd'
Het bestuur was van oordeel, dat het zeker niet nodig is de concerten
enkel tot een strijkorkest te beperken. Wel zouden bepaalde stukken,
instrumentaal te zwaar bezet, moeten uitvallen, maar zeker 90 van het
repertoire is uitvoerbaar.
Op de opmerking van de heer Verspoor over het aan te brengen klank-
bord, antwoordt spreker, dat de technische bijzonderheden hierover hem
nog niet bekend zijn. Hoe dit zal worden zal van het advies van de des-
kundigen afhangen. Wel is het spreker opgevallen, dat zang in de zaal
te iel doorkomt vanwege de geweldige hoogte boven het toneel die het
geloid absorbeert.
De heer Kamerbeek, die de geschiedenis van de H.O.V. een lijdensweg
heeft genoemd en er een voorstander van is om aan het voortbestaan van
het orkest dan maar een einde te maken, antwoordt spreker, dat Haarlem
van de voorgestelde omzetting in een provinciaal orkest geen profijt heeft.
Het geldt hier geen geval van afschuiving van de op Haarlem rustende
lasten, omdat de subsidie van Haarlem bij de nieuwe regeling gelijk blijft.
AUeen wordt nu het bestaande tekort weggewerkt, welk tekort er is|
ondanks dat voor de orkestleden geen behoorlijke sociale voorzieningen
zrjn getroffen en het orkest, om het tekort zo laag mogelijk te houden, zo
vaak op moet treden, dat er niet genoeg tijd voor studie overblijft.
Op het argument van de heer Kamerbeek om de voorliefde van het
publiek voor sport e.d. niet uit het oog te verliezen, antwoordt spreker,
dat juist de overschatting daarvan voor de overheid een reden moet zijn
om o.a. te zorgen dat de H.O.V. gered wordt. Hierdoor kan worden be-
reikt dat jongelui en dat deel der bevolking dat tot nu toe geen concerten
bezoekt, goede muziek leren genieten. Hebben niet sinds de opening van
het Mmerva Theater ettelijke duizenden van de zeer gewaardeerde pogin-
fVîn <ie dirctie om goede voorstellingen te brengen, gebruik gemaakt
lnderdaad zou het mooi zijn indien het geld ontvangen aan vermakelijk-
neidsbelastmg van sportwedstrijden e.d., zoals de heer van Bruggen aan-
beval, zou kunnen worden veredeld. Spreker doet dan ook een beroep op
raf,d om het gel<t ontvangen aan vermakelijkheidsbelasting, in kunst
en cultuur om te zetten.
D? heer Mf Zeelenberg zegt, dat als er iets is dat ernstige kritiek ver-
aient het wel de meer dan slechte radio-programma's zijn die worden uit-
gezonden Als er toevallig eens goede muziek wordt gegeven, dan gebeurt
{IH I TTl PPlra I oorci 'n o*i.
De heer Zegwaart vraagt zich, als hij hoort dat de directie van het