188
30 October 1952.
Minerva Theater niet bereid is de kosten van de vergroting van het podium
te dragen, af, waarvoor dan het theater is gesticht, n.l. uit winstbejag of
om de kunst te dienen. Het valt spreker van de dlrectie van dit theater
tegen, dat zij niet bereid is deze voorziening voor haar rekening te nemen,
omdat hij het juister acht dat de directie daarvoor zorgt en het gemeente-
bestuur bij gebruikmaking daarvan een redelijke vergoeding betaalt.
Spreker blijft bij zijn voorstel om punt 2 van het ontwerp-besluit te
schrappen, subsidiair het voorstel gesplitst in stemming te brengen. Spre-
ker is blij, dat nu de mogelijkheid wordt geboden op muzikaal gebied
wat te genieten, waarbij spreker verwacht, dat burgemeester en wethou-
ders aan het frisse idee om jeugdconcerten te geven, extra aandacht
zullen schenken. Dat er waarschijnlijk geen vier concerten kunnen worden
gegeven, zoals de wethouder mededeelt, kan spreker slechts betreuren.
De redenering van de heer Kamerbeek acht spreker onjuist, waarbij
hij de heer Kamerbeek zou willen vragen hoe deze dan staat tegenover
de leeszalen en bibliotheken, waarop de gemeente ook geld toelegt alleen
om het culturele belang van deze instellingen.
De heer Mr van Wijk noemt de uitbreiding van het podium in het
Minerva Theater de tweede muziektent van Heemstede. Persoonlijk heeft
spreker met die uitbreiding wel vrede. Hij zou búrgemeester en wethou-
ders de bevoegdheid willen geven om vier concerten te projecteren met de
beperkende bepaling, dat als blijkt dat het bezoek aan de eerste concerten
niet meevalt, er dan niet mee zal worden doorgegaan.
Spreker vraagt verder wie de toegangsprijs tot de concerten vaststelt.
De heer van der Linden stelt vast, dat het doorgaan van de concerten
staat of valt met het verlenen van het crediet voor de uitbreiding van
het podium in het Minerva Theater. Zou dit laatste crediet niet worden
verleend, dan blijft Heemstede verstoken van culturele muziek. Spreker is
verbaasd over de houding van de directie van het Minerva Theater in
deze.
Spreker doet de suggestie om het bezoek aan de volksconcerten aan te
moedigen door inschakeling van de verschillende organisaties, die dan
daarvoor de propaganda onder hun leden ter hand kunnen nemen.
De heer Disselkoen, wethouder, vreest, dat hij zich misschien wat on-
duidelijk heeft uitgedrukt inzake de mededeling, dat de directie van het
Minerva Theater niet bereid is de uitbreiding van het concertpodium voor
haar rekening te nemen. Dat iemand ,,niet bereid is" is een algemene uit-
drukking, die evenwel honderden oorzaken kan hebben. Het behoeft heus
geen onwil in te houden. De directie zal zich zeker hebben afgevraagd
of voor haar de bedoelde uitgave mogelijk en gemotiveerd is en daarbij
tot een ontkennende beantwoording zijn gekomen. Vandaar dat daarna
burgemeester en wethouders met hun voorstel kwamen, hetwelk door de
directie van het Minerva Theater is aanvaard.
Spreker ontraadt aanneming van het amendement van de heer Zeg-
waart. Inderdaad is het zo, dat als men het gestelde onder 1 wil, men
dan ook onderdeel 2 van het ontwerp-besluit moet aanvaarden, omdat
anders de concerten niet kunnen worden gegeven.
In antwoord op de vraag van de heer Mr van Wijk hoe de toegangsprijs
tot de concerten zal worden vastgesteld, zegt spreker, dat dit een kwestie
van overleg is. Burgemeester en wethouders hebben hun voorstel zo
geredigeerd, dat het gemeentebestuur de troeven in handen heeft. De toe-
gangsprijzen worden dus in overleg met burgemeester en wethouders door
de leiding van de H.O.V. vastgesteld.
Door aanneming van hun voorstel geloven burgemeester en wethouders
meer cultuur tot de bevolking te kunnen brengen. Bij het aantal concerten
dat gegeven kan worden moet men van de erkenning uitgaan, dat de
H.O.V. ook andere verplichtingen heeft en tijd voor studie moet hebben.