•pjv SS6T LZ BESLUIT: vast te stellen de /olgende verordening: VEROUDENING OP DE WELSTANDSCOMMISSIE VAN DE GEMEENTE HEEMSTEDE. Artikel 1. Er wordt voor de gemeente Heemstede ingesteld een commissie onder de naam van welstandscommissie. De commissie bestaat uit drie leden en één plaatsvervangend lid. Zij moeten architect zijn en zij mogen geen lid van de raad der gemeente zijn. Zowel de leden als het plaatsvervangend lid worden^oor burgomoentcr on wothoudors benoemd. De benoeming van de leden en van het plaats- vervangend lid geschiedt voor de tijd van 2 jaren. ^feurgomooctar en wothoudoro aijn te allen tijde bevoegd een benoeming te herroepen. Een tussentijdse benoeming geschiedt voor de tijd tot de eerstvolgende algemene aftreding der leden. -Burgcmecotcr on wothoudcr/ wijaci/uit de commissie een lid aan dat als voorzitter zal optreden. Bij ziekte of afwezigheid of ontstentenis van de voorzitter treedt als zodanig op het oudste aanwezige lid der commissie. Artikel 2. De secretaris der welstandscommissie wordt door burgemeester en wethouders benoemd. Burgemeester en wethouders regelen tevens zijn vervanging bij ziekte, afwezigheid of ontstentenis; de secretaris mag geen lid der commissie zijn. Artikel 3. Een door burgemeester en wethouders aan te wijzen lid van hun college en de Directeur van Openbare Werken of diens vervanger hebben recht de vergaderingen der welstandscommissie bij te wonen. Zij hebben in die vergaderingen een adviserende stem. Artikel 4. 1. De welstandscommissie dient desgevraagd burgemeester en wethouders van advies omtrent: a. bouwontwerpen en ontwerpen van terreinindeling, die aan de goed- keuring van burgemeester en wethouders zijn onderworpen; b. ontwerpen van door de gemeente zelve te stichten bouwwerken. 2. De beoordeling van bouwontwerpen strekt zich mede uit over de vraag of het ontwerp, ook wat de kleur betreft, past in de omgeving waarin het zal worden opgericht of staat, doch strekt zich niet uit tot het inwendige van enig gebouw, tenzij en alsdan voor zover het inwendige direct met het uitwendige verband houdt. 3. De commissie is bevoegd alle opmerkingen, welke zij in het belang van de handhaving of ter bevordering van het plaatselijk schoon wenst te doen, onder de aandacht van burgemeester en wethouders te brengen. 4. In geval van de beoordeling van bouwontwerpen, welke in het uitbrei- dingsplan op een belangrijke plaats zijn geprojecteerd, kan door burge- meester en wethouders een stedebouwkundige, adviseur van het uit- breidingsplan, aan de commissie worden toegevoegd, teneinde het oor- deel van beide instanties in één advies samen te vatten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1952 | | pagina 10