27 November 1952.
211
worden op grond, die voor recreatie bestemd is.
Spreker is verweten, dat hij in zijn argumentatie overdrijft, maar dan
wil hij er toch op wijzen, dat de heer van der Linden gesproken heeft over
100.000 gezinnen, die Perfora-vloeren in hun woningen hebben, terwijl
hij even daarna spreekt over enige duizenden.
Naar aanleiding van de waarschuwingen, die regelmatig uit zekere
hoek van de raad komen inzake de financiële consequenties van voor-
stellen van burgemeester en wethouders, zou spreker nu de heer Mr
Zeelenberg willen zeggen, denk om de financiën en om het toekomstige
renteloze kapitaal, want over 8 9 jaar zal het in dit object te steken
kapitaal vari f 160.000.renteloos zijn, aangezien men dan geen bewoners
meer voor deze huizen zal kunnen krijgen.
Wel is er schamper opgemerkt, dat gepensionneerden niet meer voet-
ballen, maar dan vraagt spreker of hun kleinkinderen dat niet zullen doen.
De heer van Lent heeft nu wel gezegd, dat de schoonheidscommissie
glad vöôr dit plan is, maar dan wil spreker er op wijzen, dat de schoon-
heidscommissie niet over dit plan uitvoerig gesproken heeft, omdat zij
blijkbaar van mening was, dat er toch niets van zou komen. De schoon-
heidscommissie heeft dan ook alleen maar een prent van de woningen
gezien en is niet op details ingegaan. Zou zij dat wel gedaan hebben, dan
zou zij wel bezwaren hebben gemaakt.
Tenslotte merkt spreker op, dat bij dit gebouw zandsteen verwerkt moet
worden. Spreker vraagt of dit mag en mogelijk is.
De heer Mr van Wijk zegt, dat de financiële commissie geen bepaald
besluit heeft genomen, maar een suggestie aan de hand heeft gedaan,
waarop door burgemeester en wethouders niet is gereageerd, Spreker zou
het beter gevonden hebben, indien burgemeester en wethouders vôör deze
vergadering de raad volledig hadden ingelicht ten aanzien van de draag-
wijdte van de bestaande beperkende bepalingen ten opzichte van de be-
stemming van Meer en Berg en een onderzoek hadden ingesteld naar
aanleiding van de in de financiële commissie gerezen vragen en daarvan
mededeling hadden gedaan. Veel onaangename woorden zouden dan ach-
terwege hebben kunnen blijven.
Toen Meer en Berg werd aangekocht, is daarbij de restrictie gemaakt,
dat aan de oranjerie geen cent ten koste zou worden gelegd. Nu vindt
spreker het in het algemeen niet erg indien op een besluit wordt terug-
gekomen wanneer dit noodzakelijk blijkt, maar burgemeester en wethou-
ders hebben toen toegezegd, dat met de oranjerie geen dingen zouden
gebeuren die veel geld kostten.
Spreker zou het prettiger gevonden hebben indien burgemeester en
wethouders zich tevoren met gedeputeerde staten in verbinding hadden
gesteld of hun uitleg van de gestelde voorwaarde de juiste is. Spreker is
het met de gegeven uitleg van de voorzitter niet eens. Spreker meent,
dat het inwendige wel iets veranderd mag worden, zelfs wel tot huizen
mag worden verbouwd, maar zodra men deze huizen gaat bewonen, ge-
bruikt men het recreatie-oord niet zoals het hoort. Hij blijft dan ook van
mening, dat men hier de schijn wil handhaven. Terecht heeft de heer
Verspoor dan ook gezegd, dat de voorgestelde verbouwing in de bouw-
wereld een leugen wordt genoemd. Spreker kan ook hierom niet achter
het voorstel staan. Wij proberen hier iets, maar het is half werk. Spreker
is door de argumenten van burgemeester en wethouders niet overtuigd.
De heer Mr Zeelenberg wijst er op, dat het belangrijkste punt in deze
zaak is of de verbouw van de oranjerie tot woningen volgens de subsidie-
voorwaarde geoorloofd is. Hij vindt de argumenten van burgemeester en
wethouders in dit opzicht niet sterk. Spreker gelooft dan ook, dat men
dit niet moet doen zonder gedeputeerde staten en provinciale staten daarin
te kennen. Het zal nodig zijn, dat men zich eerst zekerheid verschaft.