27 November 1952.
213
ker verwacht, dat op 10 December a.s. dit voorstel door gedeputeerde
staten zal worden behandeld.
De heer van Lent, wethouder, zegt, dat het in de oorspronkelijke staat
terugbrengen van het uiterlijk van de oranjerie toch beter aan de norm
„recreatie-oord" voldoet, dan een bouwvallig- gebouw met prikkeldraad-
afzetting. Hij kan de mening, dat de verandering in strijd zou zijn met
de subsidievoorwaarde dan ook niet delen. Dat kinderen wel eens op het
open terrein vöör de oranjerie zullen spelen vindfc spreker geen bezwaar.
In de schoonheidscommissie is het plan goed doorgepraat. Deze had geen
bezwaar, integendeel achtte het een buitengewoon knappe oplossing. Een
bijdrage van 40.000.van de zijde van de architect, was meer dan
spreker had verwacht. Voor het gebruik van zandsteen kan dispensatie
gegeven worden. De zandstenen penanten moeten worden losgemaakt en
het metselwerk hersteld,
Waar de heer Mr van Wijk verwijst naar de bij de aankoop van Meer
en Berg door burgemeester en wethouders gedane toezegging bij het geven
van een bestemming aan de oranjerie, wijst spreker er op, dat burge-
meester en wethouders toen te kennen hebben gegeven, dat geen ingrij-
pende bestemming aan de oranjerie zou worden gegeven zonder de raad
er in te kennen, hetgeen zij bij deze doen.
Tot slot wijst spreker er nog op, dat de kosten niet /160.000.zullen
bedragen, maar 98.000.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens met 11-7 stemmen vastgesteld.
Tegen het voorstel stemden de heren Mr Pliester, Mr Dr van Bruggen,
Ir Kooijmans, Mr van Wijk, Kamerbeek, Reijnders en Verspoor.
4. BENOEMING LID COMMISSIE OPENBARE WERKEN
EN REINIGINGSDIENST.
BENOEMING LID COMMISSIE VOOR GEORGANISEERD
OVERLEG.
De Voorzitter verzoekt de heren Brink en van Hees met hem het bureau
van stemopneming te vormen.
De heer Reijnders wijst er op, dat er nog een vacature is, n.l. die van
voorzitter van de commissie ad hoc inzake woningbouw en krotopruiming.
Deze commissie wordt door spreker een doodgeboren kind met een lam
handje en een waterhoofd genoemd, omdat de commissie niet het rapport
heeft uitgebracht waarvoor zij was ingesteld. Als de voorzitter de nieuw
te benoemen voorzitter van de commissie nu eens in het oor fluistert,
dat hij gaat werken aan een rapport waarin cijfers worden opgenomen
hoeveel dubbelbewoningen, krotwoningen, arbeiders- en middenstands-
woningen er zijn, alsmede het aantal woningzoekenden en trouwlustigen, dan
zou dit een goede handleiding vormen voor volgende bouwplannen.
De heer Verhoeven zegt ook de eer te hebben deel uit te maken van
de genoemde commissie. Hij voelt het gesprokene door de heer Reijnders
echter niet als een verwijt. De instelling van de commissie ad hoc heeft
indertijd wel een goede bedoeling gehad. Haar weer nieuw leven in te
blazen zou echter het werk der huisvestingscommissie dupliceren zijn.
De commissie ad hoc toch zou geen andere cijfers kunnen produceren dan
de huisvestingscommissie kan doen. Vragen in de raad gesteld over
womngvoorraad, de vraag naar woningen, e.d. werden altijd met concrete
cijfers beantwoord, zodat er voor spreker geen aanleiding bestaat de
commissie ad hoc langer te laten voortbestaan.
.^e Yoorzitter onderschrijft het gesprokene door de heer Verhoeven, ter-
W1jl bij meent, dat de raad het daarmede ook wel eens zal zijn. Burge-