27 November 1952.
219
van openbare werken als secretaris der welstandscommissie optreedt.
Naar aanleiding van de desbetreffende vraag van de heer Ir Kooijmans
wijst spreker op art. 58 der bouw- en woningverordening dat luidt:
„Het uiterlijk van nieuw te maken of naar den uitwendigen vorm te
veranderen gebouwen, reclameborden en -toestellen alsmede muren, hek-
ken of andere terreinafscheidingen, moet zodanig zijn, dat het noch op zich-
zelf, noch in verband met de omgeving, uit een oogpunt van welstand
aanstoot kan geven.
Te dien aanzien kunnen nadere eischen worden gesteld.
Als regel zal een dergelijk bouwplan moeten worden voorgelegd aan
een daartoe ingestelde gemeentelijke of provinciale commissie, die in
verband met het bepaalde in het le en 2e lid een advies aan burgemeester
en wethouders zal uitbrengen."
Op grond van dit artikel vragen burgemeester en wethouders eventueel
advies. Dit voorschrift is dus niet bindend.
Als advies gegeven wordt behoeven burgemeester en wethouders zich
daaraan niet gebonden te voelen.
Dat de benoeming van de leden der commissie door burgemeester en
wethouders aan zich wordt gehouden, vindt spreker heel logisch, omdat
dit behoort tot de uitvoerende taak van burgemeester en wethouders.
De wethouders zijn bovendien de vertrouwensmensen van de raad. Spre-
ker zou het zeer ongewenst vinden als bij benoeming der leden, in de
raad over personen zou worden gedebatteerd. Spreker gelooft niet in
excessen van de zijde van burgemeester en wethouders.
De heer Mr Dr van Bruggen stelt voor in artikel 1 van het ontwerp-
besluit de woorden ,,door burgemeester en wethouders" te vervangen
door „op aanbeveling van burgemeester en wethouders door de gemeen-
teraad".
Djt voorstel voldoende ondersteund zijnde, wordt met 108 stemmen
aangenomen.
Tegen het voorstel stemden Mevr. van Nispen en de heren Hopstaken,
Mr Zeelenberg, Brink, Scheer en de wethouders Disselkoen, van Lent en
van Houten.
De heer Ir Kooijmans vraagt of het mogelijk is dat, als burgemeester
en wethouders zich niet aan het advies van de welstandscommissie hou-
den, beroep door de commissie bij gedeputeerde staten of een ander
college open staat.
De Voorzitter antwoordt, dat de welstandscommissie een adviescom-
missie is. De wethouder die bij de vergaderingen der commissie aanwezig
is, zal uiteraard zoveel mogelijk overleg plegen.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens met inachtneming van de aan-
gebrachte wijziging, zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XI. 23e WIJZIGING DER ALGEMENE POLITIEVERORDENING.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
107. 23e Wijziging der algemene politieverordening.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor de strafverordeningen
zich hiermede kan verenigen.
Mevr. van Nispen zegt, dat het op deze wijze in handen van burge-
meester en wethouders leggen van het toezicht op de rusthuizen, een stap
vooruit is. Het lijkt spreekster goed indien burgemeester en wethouders
zich in deze door een arts als deskundige doen bijstaan. Ook zou spreek-
ster nog diens opsporingsbevoegdheid willen zien vastgelegd.