220
27 November 1952.
De heer Mr van Wijk heeft nog getwijfeld aan de verbindendheid van
het meuwe artikel 172b, als zrjnde in strijd met de vestigingswet, omdat
daarm het zich vestigen in een bepaald beroep is verboden of aan banden
geleg-d.
Ten aanzien van artikel 67 zegt spreker, dat het hem bekend is, dat het
Openbaar Mmisterie redacties als nu voorgesteld, liever niet ziet, omdat
nu de bewijslast op het Openbaar Ministerie rust. Het komt spreker dan
ook juister voor artikel 67, le lid te lezen als volgt:
,,Het is verboden te venten. Dit verbod geldt niet voor diegenen die in
t bezit zijn van een door burgemeester en wethouders afgegeven ver-
gunnmg zomede niet voor hen die met gedrukte stukken venten", waar-
door de bewijslast van de uitzondering op de verdachte rust.
De heer Mr Pliester zou nog verder willen gaan dan Mevr. van Nispen.
acht toezicht dringend nodig. Spreker vindt het niet juist dat toezicht
wordt gehouden op de verpleegprijs. Dat ligt buiten de competentie der
g cillccIlLc.
Voorts vraagt spreker of onder artikel 25a, ook valt het wegens gebrek
aan garages op de openbare weg stallen van auto's.
?%o6er Kamerh,', k vraagt welke maatstaven bij toepassing van arti-
kel 172e worden aangelegd. Spreker vindt dergelijke zaken meer op het
terrem van de ziekenhuizen liggen dan op dat van burgemeester en
wethouders. Wordt er eerst advies ingewonnen? Het lijkt spreker toe dat
de gemeente nu zeer drastisch kan optreden waardoor het element van
willekeur een grote rol kan gaan spelen.
stukkenTs H°pStaken vraagt of er noS controle op de vrije verkoop van
De VoorzitteT antwoordt, dat het venten met gedrukte stukken vrij is
als zijnde een grondwettelijk recht.
Burgemeester en wethouders hebben zich nog geen rekenschap gege-
ven hoe de uitvoering van art. 172e zal moeten geschieden. Het idee van
mevr. van Nispen om aan een dokter opsporingsbevoegdheid te verlenen
zal door burgemeester en wethouders gaame worden overgenomen waar-
door tevens aan de bezwaren van de heer Kamerbeek wordt tegemoet
gekomen. Zodoende kan er van willakeur van de zijde van burgemeester
en wethouders geen sprake zijn. Het is wel van groot belang dat het
toezicht op de rusthuizen geregeld wordt opdat ouden van dagen niet in
onaragelijke omstandigheden komen te verkeren.
In antwoord op het gesprokene door de heer Mr Pliester zegt spreker
dat de voorgestelde maatregelen op de rusthuizen geen betrekking heb-
ben op de verpleegprijs en de voeding.
Naar aanleiding van het gesprokene door de heer Mr van Wijk zegt
spreker, dat de verordening op de rusthuizen der gemeente Haarlem ook
verbmdend is verklaard, waarom spreker vermoedt dat de verordening
met in strijd is met de vestigingswet.
Spreker is het eens met de heer Mr van Wijk wat diens bemerking
betreft op de redactie van artikel 67, le lid. Burgemeester en wethouders
nemen de voorgestelde gewijzigde redactie dan ook over.
Het is niet de bedoeling op te treden tegen uitstallingen op trottoirs
waarbij spreker toegeeft dat het plaatsen van stapels lege kisten op
trottoirs ongewenst is.
Hiet parkeren van auto's in de open lucht gedurende de nacht valt
taalkundig- niet onder de verordening.
De heer Mr van Wijk vraagt hoe het staat met het verlenen van ver-
gunmngen voor de thans reeds gevestigde rusthuizen.