226 27 November 1952. Volgens dit verslag ziet men het dus als een ideaal indien de verschil- lende bevolkingsgroepen gemengd worden. Dit is echter in strijd met hetgeen we in werkelijkheid vinden. De verklaring hiervoor vindt men in het wezen van de woning en van de wijk. De woning toch is een beschutte ruimte waarin het gezin zich terugtrekt om zich in eigen kring te kunnen uitleven en ontwikkelen. Iedere woning staat uiteraard tussen andere woningen in. Men komt daardoor in aanraking met de bewoners van de buurt of wijk. Een wijk bedoelt aan de geestelijke opbouw van het gezin mede te werken en daarvoor de nodige gegevens te verstrekken. Het gezin zoekt naar wijken waar geen grote verschillen zijn, waar het dus zijn eigen sfeer vindt. Van dit standpunt gaan ook burgemeester en wet- houders uit bij het toewijzen van woningen. Zo worden b.v. aan midden- standers geen woningen in de provincienbuurt toegewezen, omdat men vreest dat deze niet zullen harmoniëren met de bewoners uit die om- geving en dan met klachten komen. Met dit bouwplan komen burgemeester en wethouders in strijd met de door hen altijd gevolgde lijn. Zij gaan nu de bevolkingsgroepen mengen door 12 middenstandswoningen in te sluiten in een arbeiderswijk. Hoewel de plaats van deze huizen voor middenstanders uiteraard niet ideaal is, zullen de huizen gaarne aanvaard worden. Later zullen de bewoners, als zij inzien dat zij daar qua omgeving niet op hun plaats zijn, trachten zo spoedig mogelijk weg te komen. Dan worden de middenstandswoningen opgeslokt door de buurt en dalen zij af tot arbeiderswoningen. Daar zijn meer voorbeelden van. En zo wordt gemeentebezit gedevalueerd. Spreker heeft daarom bezwaar tegen deze wijze van buurtvorming. Hij is voorstander van variatie in huizenbouw, waardoor de monotoonheid der huizenblokken gebroken wordt, maar met deze wijze van bebouwing, die uitgaat van het beginsel van menging der bevolkingsgroepen, kan spreker niet meegaan, omdat zij in strijd is met de stedebouwkundige ontwikkeling der gemeente en met het gemeentebelang. Spreker heeft echter nog een tweede en emstiger bezwaar. Met dit plan zullen nu 12 middenstands- en 24 arbeiderswoningen wor- den gesticht. Reeds eerder heeft spreker in deze raad de vraag gesteld om ook eens aandacht te besteden aan de bouw van kleine middenstands- woningen in de prijsklasse van f 50,tot f 55,huur per maand. Tot nu toe is aan deze categorie woningen niets gedaan. Spreker weet wel, dat middenstandswoningen duurder zijn dan arbeiderswoningen, maar voor kleine middenstandswoningen behoeft het verschil in prijs met ar- beiderswoningen niet zo groot te zijn. Aan kleine middenstandswoningen is grote behoefte. Er zijn immers een kleine honderd aanvragen. Daarom zou spreker op deze plaats liever alleen woningen voor de kleine mid- denstand zien gebouwd. Door daar alleen middenstandswoningen te bou- wen verkrijgt men een behoorlij.ke aansluiting aan de in de omgeving reeds bestaande middenstandswoningen met als uitloper een reeks mid- denstandswoningen aan de Oude Meerweg. Het is jammer dat op het ogenblik geen ander terrein voor woningbouw beschikbaar is als gevolg van het nog niet vastgesteld zijn van het uitbreidingsplan. Spreker vraagt het bouwplan te wijzigen in de geest als door hem besproken, waardoor tegemoet gekomen wordt aan de woningnood van de kleine middenstanders. De heer Verhoeven wijst er op, dat b.v. in Eindhoven tussen grote huizen, blokken kleine huizen staan. En dat gaat goed. Het bouwen van een arbeidersghetto zou toch al te gek zijn. Spreker gelooft niet dat de bewering, dat door de middenstandswoningen te bouwen tussen arbeiders- woningen de middenstandswoningen minder waard zullen worden, juist is. Een enclave van middenstandswoningen in een bar woud van arbeiders- woningen lijkt hem integendeel gewenst. De huurprijzen in Nederland,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1952 | | pagina 26