27 November 1952.
205
leeftijd zal zijn gekomen, een huis met een houten vloer toe. Bovendien
zal de huur der huizen voor gepensionneerden veel te hoog komen te liggen.
Een hoofdambtenaar van staat of gemeente krijgt maximum 4800.
pensioen, waarbij hij dus enige duizenden op zijn salaris achteruit gaat.
Indien men eenmaal gepensionneerd is zal men geneigd zijn op alles te
beknibbelen, behalve op het eten. Spreker vraagt zich dan ook af of er
mensen gevonden zullen worden, die de moed en de lust zullen hebben daar
te gaan wonen en het geraamde bedrag aan huur kunnen betalen.
Spreker adviseert de raad dit voorstel van burgemeester en wethouders
niet aan te nemen.
Mevrouw van Nispen vraagt of de bond Heemschut vroeger reeds een
concreet plan voor behoud van de oranjerie heeft ingediend.
De heer Kamerbeek meent, dat de gevolgde procedure voor de verbouw
van de oranjerie de vrije concurrentie onder de architecten uitsluit. Hier
is slechts sprake van een aanbod van één architect. Dat burgemeester en
wethouders daarop zo zonder meer ingaan is geen gewoonte. Welke bij-
komende motieven ook hun invloed op dit voorstel doen gelden, spreker
blijft van mening, dat de verantwoordelijkheid voor dit voorstel niet kan
worden gedragen. Z.i. moet niet alleen de aanbieder worden geraadpleegd,
maar ook andere architecten die in de gemeente wonen. Spreker vindt het
niet sportief zoals het nu gaat. Hij is dus tegenstander van het voorstel,
omdat de gevolgde procedure ongewoon is en daardoor geen kostenverge-
lijking gemaakt kan worden.
De heer Mr van Wijk wil beginnen met een woord van waardering tot
burgemeester en wethouders te richten voor hun poging aan de oranjerie
een bestemming te geven, althans wat oud is niet zonder meer weg te
vagen.
Spreker kan echter niet zeggen, dat zijn fractie achter de voorgestelde
oplossing voor de oranjerie staat. Allereerst wil spreker enige bezwaren
tegen het voorstel ontwikkelen. Het is voor spreker een vraag of de sub-
sidievoorwaarden zodanig luiden, dat de raad dit voorstel thans kan aan-
nemen. Het is n.I. de kwestie, dat de Provincie subsidie heeft verleend bij
aankoop van Meer en Berg, op voorwaarde dat Meer en Berg recreatie-
oord zou worden en blijven. Als de oranjerie daaraan niet dienstbaar wordt
gemaakt, dan kan zij verdwijnen.
Beziet men deze zaak uit aesthetisch oogpunt, dan meent spreker dat
men het tegendeel bereikt van wat men beoogt. Persoonlijk ziet spreker
in behoud van de gevel van de oranjerie niets. AIs anderen dit anders
zien, dan wil spreker zoveel mogelijk welwillendheid opbrengen om daarin
mee te gaan. Spreker vreest echter, dat er nu een soort hofje zal ont-
staan met alle bijverschijnselen van dien, zoals de was in de tuintjes enz.,
waardoor dit gedeelte van het bos ontaardt in een woonwijk.
Voorts acht spreker het hoogst onpractisch om in Meer en Berg huizen
te bouwen, omdat dit bezwaren oplevert ten aanzien van de toegang tot
Groenendaal bij avond, de bewaking en verlichting, politietoezicht, terwijl
ook de gas-, water- en electriciteitsvoorziening niet uit het oog mag wor-
den verloren. Men krijgt dan nog maar een wonderlijk soort woningen in
een afgelegen deel der gemeente. Verder heeft spreker nog bezwaren
van financiële aard. Men moet vooral niet vergeten, dat in dit object
een bedrag van 160.000.moet worden gestoken. Beter ware het dit
bedrag op effectiever wijze te benutten voor woningbouw, waardoor men
ten mmste practische en doelmatige woningen kan verkrijgen. Men kan
zich in de tegenwoordige tijd niet de luxe veroorloven op deze wijze
wonmgen te scheppen. Wie dat nu betaalt doet daaraan niets af. Sprekers
fractie staat dan ook niet achter het voorstel.
De heer Ir Kooijmans heeft in de gecombineerde vergaderingen van de
piantsoenencommissie, de commlssie voor openbare werken en de commis-