208 27 November 1952. als zodanig zou willen bewaren, dan zou dit zeker 70.000.— f 80.000. kosten. Spreker zou met een dergelijk voorstel niet bij de raad durven aankomen. Spreker heeft echter de overtuiging gekregen, dat de raad de oranjerie graag zou willen behouden. Hij heeft op allerlei wijzen getracht hiervoor een oplossing te vinden. Ondanks dat hij 5 jaar op het vinketouw heeft gezeten en als het ware met de oranjerie heeft lopen leuren, heeft zich geen enkele aanvaardbare oplossing voorgedaan. Nadat nu 4 maanden geleden het raadsbesluit de oranjerie naar het Openluchtmuseum te Arnhem over te brengen, geen doorgang kon vinden, omdat Monumentenzorg de daaraan verbonden kosten van 80.000.niet wilde dragen, was er geen andere oplossing dan de oranjerie af te breken. Toen dit besluit door de raad moest worden genomen, werden uit de raad en uit de burgerij daar toch wel bezwaren tegen geopperd. Burgemeester en wethouders werden zelfs in de pers vandalen genoemd. Ondanks dat burgemeester en wethouders nog gepoogd hebben op hun zgn. dwaling terug te komen, deed zich geen oplossing voor, totdat half October door een gegadigde een plan tot instandhouding van de oranjerie werd inge- diend, hetwelk thans aan de raad wordt voorgelegd. De schoonheidscom- missie was met dit plan zeer ingenomen. Nadat verschillende besprekingen °ver dit project zijn gevoerd, is dit voorstel uiteindelijk uit de bus se- komen. Komende tot de beantwoording van de verschillende sprekers, merkt spreker op, dat de heer Reijnders aliereerst bezwaar heeft gemaakt tegen de wijze van voorbereiding van het raadsvoorstel. Spreker is van mening, dat een termijn van 6 dagen voldoende is om zich een oordeel over het project te vormen. Maandag j.l. is het voorstel in de gemeenschappelijke commissievergadering behandeld, nadat het reeds aan alle raadsleden was toegezonden. Het in de raadscommissie brengen van voorstellen voor- dat zij als raadsstuk worden afgedrukt, is gebruikelijk als er geen tijd- no°d is. Is er tijdnood, zoals in dit geval, dan worden de stukken eerst afgedrukt alvorens zij in de commissie worden behandeld. Voor elke raadsvergadering zijn er punten die in commissies moeten worden be- handeld, maar neemt men nu b.v. de punten, die in de financiële commissie moeten worden bekeken, deze worden meestal niet in concept behandeld Spreker heeft in de commissievergadering ook reeds geprobeerd aan te tonen, dat hier van tijdnood sprake is. Bij aanhouding van het voorstel is de geraamde D.U.W.-subsidie bijna zeker geheel weg, omdat die alleen voor werk in de wintermaanden wordt verleend. Bovendien is de kans op een vorstperiode zeer groot, die niet alleen schade aan de oranjerie zal doen, maar ook het uitvoeren van het werk binnen de gestelde tijd kan belemmeren. Het is dan ook noodzakelijk, dat in deze vergadering een beslissing wordt genomen, waarbij men gelieve aan te nernen, dat burgemeester en wethouders gedaan hebben wat kon gedaan "oroen om deze zaak zo spoedig mogelijk pasklaar te maken. Ten aanzien van het bezwaar als zou de subsidie voor het bos in gevaar komen, wijst spreker er op, dat de bewoordingen luiden „dat hetgeen thans in ongeschonden staat is, in de toekomst zodanig bewaard moet blijven." Moet men de oranjerie dan als ruïne bewaren? vraagt spreker, want zo is het gebouw toch bij aankoop van het bos aangetroffen. Zoals dt oranjerie er nu bij staat zakt zij in elkaar, waarom de beoogde bestemming zeker verantwoord is te achten. Spreker gaat accoord met de terechtwijzing van de heer Mr Zeelenberg aan het adres van de heer Reijnders, waar deze de heer Houbolt een fantast noemt. Spreker heeft integendeel alle waardering voor de wijze waarop het plan is opgezet en voor de financiële tegemoetkoming, die de architect daarin verleent. Spreker meent, dat het voorstel met beide handen aangegrepen moet worden, waardoor de oranjerie voor de gemeen- schap behouden blijft.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1952 | | pagina 8