238
18 December 1952.
Nu kan men zich wel boos tonen over het feit, dat in het progïamma
van de Flora het publiek wordt aanbevolen na de Flora Haarlem te
bezoeken, doch als men zich losmaakt van locaal chauvinisme, vindt spre-
ker een dergelijke aanbeveling zo erg niet, omdat Haarlem de bezoekers
nu eenmaal veel kan bieden wat wij niet kunnen. Het is toch niet de be-
doeling de bezoekers naar de buitenwijken te lokken, zo min als men, indien
men in Amsterdam een feest geeft, dat om de Dam culmineert, de mensen
naar Amsterdam-Zuid zal trachten te dirigeren. Het is dus niet ten on-
rechte, dat in het programma de bezoekers van de Flora wordt aange-
raden in Haarlem hun vertier te gaan zoeken. ledere buitenstaander zal
dat aannemelijk vinden. Spreker vindt dan ook, dat het weinig raison
heeft aantrekkelijke verlichtingspunten in de buitenwijken aan te brengen.
Spreker gelooft niet, dat de middenstand daar profijt van zal hebben.
De winkeliers zullen, als deze bakens worden aangebracht, daarom alleen
heus geen hemdje of broekje meer verkopen. Spreker is wel bereid wat
meer te geven dan reeds door hem voor de andere objecten is toegezegd,
maar niet voor het project voor het plaatsen van bakens en verder nog
alleen, indien met de allergrootste zuinigheid met het geld wordt om-
gesprongen.
De heer Verhoeven zegt, dat burgemeester en wethouders nu voorstellen
een bedrag van 50.000.beschikbaar te stellen, daarbij aanhalende, dat
zij reeds van een bedrag van 70.000.zijn afgestapt. Dit wekt de indruk,
dat zij reeds een belangrijke stap zijn terug gegaan, maar dat is het in
werkelijkheid natuurlijk niet.
Nu denken burgemeester en wethouders, door het gevraagde bedrag
alsnog in 3 stukken te hakken, het geheel aannemelijker te maken.
Spreker zou dat ook gedaan hebben om zijn doel te bereiken, doch het
resultaat, n.l. het beschikbaarstelllen van een bedrag van 50.000.is
hetzelfde. Vooralsnog blijft spreker de drie delen dan ook als één geheel
zien.
Het aanbrengen van een welkomstgroet bij het betreden van Heemsteeds
grondgebied vindt spreker niet nodig. Voor wie en waarom moet dat
gedaan worden? Dit acht spreker een object, dat niet met gemeenschaps-
gelden moet worden tot stand gebracht, maar door de belanghebbende,
de middenstand, moet worden bekostigd.
Dat wij goed voor de dag moeten komen wil spreker gaarne onderschrij-
ven. Als een vrouw uitgaat, vindt zij het ook prettig als zij een mooi
jurkje kan aantrekken. Spreker is dan ook bereid daar wat voor uit te
geven. Wat is echter het geval Er wordt in deze gemeente een mensenzee
verwacht, die men echter na bezoek aan de tentoonstelling zo gauw
mogelijk weer kwijt wil, omdat anders het verkeer in de knoop komt.
Wij hebben zelfs een mobilofoon aangeschaft om de mensen weg te
drijven. Het spijt spreker intussen genoeg, dat dergelijk speelgoed als een
mobilofoon is aangeschaft. Het resultaat van de getroffen voorzieningen
zal echter zijn, dat slechts weinigen in de gemeente zullen blijven om de
versieringen e.d. te bezichtigen.
Wat stelt de middenstand zich eigenlijk voor van deze Flora? Zij moet
niet denken, dat de mensen die hier komen, behoefte hebben om juist in
Heemstede een baby-uitzet te kopen. Heemstede heeft nu eenmaal geen
enkel artikel aan te bieden, dat in aanmerking komt voor export. Hoog-
stens zal het voordeel hierin bestaan, dat wat consumptie-artikelen kunnen
worden verkocht. Zeker komt men niet naar Heemstede om juist daar iets
te kopen. Als de winkeliers voor het beschikbaar stellen van 6000.
voor versiering van de winkelstraten krom moeten liggen, laat de raad
hen dan tegen zichzelf beschermen. Voor onze gemeente is een overbodige
versiering niet juist en de middenstand heeft er geen enkel voordeel van. De
verkoop wordt er niet door gestimuleerd. Het wordt *een bittere ont-
goocheling.