18 December 1952.
241
haar uiterlijk te verfraaien. Als spreker Heemstede ook vergelijkt met een
vrouw, dan valt hem haar natuurlijke schoonheid op, waarvoor, om zich
te verfraaien, alleen een klein kammetje of een lichte aanzet met lip-stick
nodig is.
De middenstand ligt de raacj na aan het hart, waarop geen enkele
raadsfractie een uitzondering maakt. Maar of wij nu wat extra's voor de
middenstand moeten doen, moet nog bewezen worden. Wel moeten we
thans wat voor de Flora doen. Dat moet men niet verwarren. Als het
gaat om de Flora, dan houden we ons bezig met de Flora. Gaat het over
de noodlijdende middenstand, dan houden we ons daarmede bezig.
De versiering van Heemstede zal een natuurlijke aansluiting moeten
vormen met de tentoonstelling en daar zal de verlichting bij moeten aan-
passen. Daarbij zai bekeken moeten worden of dit of dat niet of wel zal
kunnen. Spreker doet ook nog het idee van een plantsoenverlichting aan
de hand.
Wat de aanvrage van 20.000.voor transparanten betreft, merkt
spreker op, dat hij bang voor erepoorten is. Een dergelijk object is moeilijk
aesthetisch en financieel verantwoord te ontwerpen. Spreker geeft gaarne
toe, dat de grote agent met het bord SOS een weinig elegante ontvangst
voor de vreemdeling vormt. Als een geschikt motief voor een welkomst-
groet noemt spreker een bloemengroet, maar ook het verwerken van het
Flora-embleem verdient z.i. overweging. Spreker voelt niet voor een
welkomstgroet, die f 20.000.moet kosten. Heemstede heeft een dergelijke
kostbare versiering niet nodig, omdat iedereen weet dat Heemstede
mooi is.
Wat het oprichten van verlichte bakens in de winkelstraten betreft,
spreker ziet niet in dat een deskundige hiervoor f 20.000.zal rekenen,
zoals de heer Verhoeven veronderstelt. Deze bakens hebben ten doel de
bezoekers van de Flora in de winkelstraten te doen leiden. Spreker meent
echter, dat de winkelstand hier niets aan zal hebben en de winkeliers het
ook zullen betreuren als zal blijken, dat zij hun geld voor niets besteed
hebben. Spreker is tegen dit onderdeel van de credietaanvrage.
f 8000.voor prijzen voor etalagewedstrijden vindt spreker te hoog.
De winkelier etaleert zijn waren uiteraard zo mooi mogelijk om ze aan
te prijzen. Spreker ziet hier voor de gemeente geen plicht om te zorgen,
dat de' winkelier het nu ook mooi doet ter wille van een te verdienen
prijs. Dat is geheel een zaak van de winkelier.
Ongetwijfeld zal de gemeente als zij haar Zondagse japon aantrekt mooi
zijn, maar zij is reeds goed gekleed. Nochtans is spreker bereid wat nodig
is voor meerdere verfraaiïng te verschaffen en burgemeester en wet-
houders daarvoor de nodige vrijheid te geven. Dit zal echter een bedrag
van f 10.000.tot f 15.000.niet te boven mogen gaan.
De heer Kamerbeek wil als verdediger van een verfraaiïng van de
gemeente optreden. Spreker is van mening, dat als men iets doet, het
goed gedaan moet worden. Toch wil spreker zich niet vastleggen aan een
bedrag van 50.000.omdat er geen vast omlijnd plan is overgelegd,
waaruit de raad kan zien, wat er precies gebeuren zal.
Het afvloeien van de bezoekers aan de tentoonstelling moet men niet
zo interpreteren als hier door enige sprekers is gesteld. Het zal z.i. wel
mogelijk zijn de verkeersmaatregelen zodanig te treffen, dat een niet
gering deel der bezoekers zich in Heemstede zal blijven ophouden.
Naar aanleiding van het gesprokene door de heren Mr Zeelenberg en
Verhoeven wil spreker verwijzen naar de feestelijkheden, die ter gelegen-
heid van het 700-jarig bestaan van Breda zijn georganiseerd. Spreker heeft
de gelegenheid gehad daar verschillende winkeliers te interviewen over de
resultaten, die bij dat feest voor de winkelstand zijn geboekt. Spreker
heeft verbaasd gestaan dat daar bij pachten van 3000.12.000.en
15.000.nog winsten werden behaald. De ervaring in Breda opgedaan