18 December 1952.
231
De heer Mr Zeelenberg is het eens met het antwoord van burgemeester
en wethouders. Uit deze brief van de organisaties ziet men weer hoe de
3 zuilen-theorie de organisatie van het bedrijfsleven geheel doortrekt.
Ook buiten de genoemda organisaties zijn er evenwel nog werknemers,
die belang bij de genomen besluiten hebben. De kwestie speelt volgens
spreker hier geen grote rol; in Heemstede zijn n.l. veel zelfstandigen en
heeft men niet te maken met het groot-bedrijf, doch met kleine bedrijven
met weinig werknemers. Wanneer men de zaak echter principieel wil
stellen, meent spreker bij burgemeester en wethouders ook belangstelling
voor de werknemers buiten die organisaties te moeten vragen.
De heer Reijnders is blij, dat burgemeester en wethouders de toezegging
gedaan hebben in de toekomst de organisaties te zullen horen en dat dit
van uit de raad is onderschreven. Spreker wil er de heer Mr Zeelenberg
op wijzen dat, waar contracten worden gesloten, de 3 zuilen alleen worden
gehoord.
De heer Mr van Wijk vraagt of de winkelsluitingsverordening reeds is
goedgekeurd. Zo dit niet het geval is, acht de voorzitter het dan wel juist,
dat tegen overtredingen dezer verordening nu reeds proces-verbaal wordt
opgemaakt.
De Voorzitter antwoordt, dat de winkelsluitingsverordening nog niet is
goedgekeurd. Ten aanzien van het opgemaakte proces-verbaal merkt
spreker op, dat dit opgemaakt kan zijn wegens overtreding van de winkel-
sluitingswet en niet van de verordening. Spreker onderschrijft het ge-
sprokene door de heer Verhoeven. Ook bij spreker doet de handelwijze
van de Bedrijfsunie aan of zij contrôle door de raad op burgemeester en
wethouders uitgeoefend wenst te zien. Burgemeester en wethouders zijn,
zoals gezegd, bereid de werknemersorganisaties in het vervolg te horen.
Spreker acht het wel heel moeilijk de door de heer Mr Zeelenberg bedoelde
werknemers in te schakelen.
De heer Kamerbeek merkt op, dat het ook bij de Tweede Kamer usance
is, dat de leden persoonlijk afschriften van ingediende requesten toege-
zonden krijgen. Dit werkt informatief. Hierin moet men niets corrigerends
zien, ook nietj in dit geval, omdat niemand het in zijn achterhoofd zal
opkomen, dat burgemeester en wethouders in deze te kort zullen schieten.
Het wordt alleen gedaan om de raadsleden gemakkelijk van verzoeken te
kunnen laten kennis nemen.
De Voorzitter wijst de heer Kamerbeek er op, dat het hier een schrijven
aan burgemeester en wethouders betreft, die belast zijn met de voorbe-
reiding van de zaken voor de raad. Het is geen usance om van brieven
aan burgemeester en wethouders gericht, afschriften rond te zenden.
Hierin kan men inderdaad zien een wenk om aan te dringen op behande-
ling van de zaak. Dit is waarop de heer Verhoeven doelde.
De heer Verhoeven zegt, dat hij het in het algemeen onjuist vindt, dat
degene die aan burgemeester en wethouders adresseert, hiervan de raads-
leden in kennis stelt.
Het stuk genoemd onder m wordt vervolgens zonder hoofdelijke stem-
ming voor kennisgeving aangenomen.
II. GELDLENINGEN /250.000.—, /125.000 EN /125.000.—.
Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
117. Geldleningen /250.000.—, /125.000.— en /125.000.
De Voorzitter deelt mede, dat de financiële commissie zich hiermede kan
verenigen.
De heer Zegwaart kan met het voorstel wel accoord gaan, maar hij zou
toch gaarne weten waar het geld voor geleend wordt, omdat hij een toe-
lichting daaromtrent gemist heeft.