232
18 December 1952.
De heer Mr Dr van Bruggen heeft dit ontwerp-besluit opgevat als een
besluit tot machtiging aan burgemeester en wethouders om met concrete
geldgevers tot een accoord te komen.
De heer Kamerbeek wijst er op, dat de gemeente Den Haag enige grote
leningen aangaat tot een totaal bedrag van, naar hij meent, 20.000.000.
tegen een rentepercentage van 3%, 4 en, 4% Destijds is door spreker
gevraagd om zich bij het tot stand brengen van leningen niet te bepalen
tot één offerte van een geldgever. Spreker is nog van mening, dat getracht
zou kunnen worden, gezien de percentages die Den Haag betaalt, voor
Heemstede een gunstiger rentevoet te bedingen dan 4% Spreker vraagt
of ook nu weer door één geldgever offerte is gedaan.
De heer van Houten, wethouder, antwoordt, dat het vroeger gebruike-
lijk was voor ieder object een aparte lening aan te gaan tot het daarvoor
benodigde bedrag en daarvoor tevens een plan van aflossing op te maken.
De kapitaalmarkt heeft echter een verandering ondergaan, waardoor
thans een bepaald bedrag geleend kan worden, dat dan naar behoefte
besteed wordt.
Volgens globale berekening zal de gemeente in 1953 voor uitbreiding der
bedrijven, rioolwaterzuiveringsinstallatie, stamriool Glip e.d. ongeveer
1.000.000.moeten lenen. Daarbij komt, dat gedeputeerde staten de eis
stellen, dat, alvorens het rioleringsplan naar de Glip ter hand wordt ge-
nomen, de uitgaven daarvoor tevoren gedekt moeten zijn door een lening.
De kaspositie der gemeente zal per 1 Mei a.s. een saldo-tekort aanwijzen,
zodat wij ons tegen die tijd moeten dekken. Nu hebben burgemeester en
wethouders en dit tevens ter beantwoording van de vraag van de heer
Mr Dr van Bruggen een voordelige aanbieding gekregen, n.l. 500.000.
gesplitst in 3 leningen tegen 4% met het beding onzerzijds, dat dit geld
eerst per 1 Mei a.s. behoeft te worden opgenomen, terwijl tot die datum
geen rente behoeft te worden betaald. Derhalve een lening op voor ons
gunstige voorwaarden.
Spreker wil de heer Kamerbeek antwoorden, dat na deze aanbieding in
deze geen overleg is gepleegd of contact opgenomen met andere banken,
aangezien voor een gemeentelening voor Heemstede wel geen afwijkende
condities zullen gelden. Spreker verwijst terzake naar het antwoord, dat
de heer Mr Bakhuizen van den Brink destijds op eenzelfde vraag heeft
gegeven.
De heer Zegfwaart merkt op, dat de leden der financiële commissie of
stuk voor stuk zo deskundig zijn, dat zij de zaak direct begrepen hebben,
of zij hebben de toelichting van de wethouder gehad, die deze nu ook na
sprekers vraag heeft gegeven. Spreker gaat met het voorstel accoord.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast-
gesteld.
m. AANVRAGE GELDEN VOOR BANKEN ST. HENRICUS-
SCHOOL.
Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
118. Aanvrage gelden voor banken St. Henricusschool.
De Voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich
hiermede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
IV. AANVRAGE GELDEN VOOR BANKEN JACOBASCHOOL.
Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
119. Aanvrage gelden voor banken Jacobaschool.