2 29 Januari 1953. een gelukkig en voorspoedig jaar zijn en moge Gods zegen op onze ge- meenschappelijke arbeid rusten. Mogen wij elkander blijven vinden, in die onvoorwaardelijke bereidheid om aan de eigen plaatselijke gemeenschap gezamenlijk en eensgezind te bouwen, met een open oog voor de noden en verlangens die er zijn en voor de voorzieningen die zullen moeten worden getroffen. Steunend op een corps van ambtenaren en werklieden, waarop wij als een rots kunnen bouwen met als kader onze zo terecht géridderde gemeente-secretaris en de hoofden van dienst wier toewijding aan de gemeentelijke zaak onze diepste erkentelijkheid wettigt, zullen wij be- rekend zijn voor onze zo verantwoordelijke taak tot heil der gemeente. En wanneer ik zo even van ,,noden" sprak, dan wil ik U niet verhelen, dat met mij het college van burgemeester en wethouders er zich terdegé van bewust is, dat de woningnood in onze toch zo welvarende gemeente nog steeds aanleiding is tot schrijnend leed, verbittering en vertwijfeling. Mogen al degenen die in het afgelopen jaar mijn spreekuur hebben be- zocht, de velen die jaar in jaar uit maar moeten wachten met trouwen, de honderden die onder onmogelijke omstandigheden wonen of samen- wonen, beseffen dat het gemeentebestuur wel degelijk al het mogelijke in het werk stelt om deze nood te lenigen. Wonderen kunnen ook wij niet verrichten, maar doelstelling no. 1 voor de komende periode moet voor ons allen zijn, vooral nu de moeilijkheden tot financiering gelukkig tot het verleden behoren, door een groots opgezet plan de woningvoorraad te verruimen. Evenwel doet zich hierbij één grote moeilijkheid voor. De daar- voor benodigde grond moet worden gevonden. Wij kunnen nog enkele tientallen kleine woningen bouwen op de terreinen van het Oude Slot, waarvoor plannen in vergevorderd stadium verkeren, maar daarna is het wachten op overeenstemming met de provinciale planologische dienst, ten aanzien van het door wijlen Ir Herman de Groot ontworpen en U bekende uitbreidingsplan der gemeente. In zijn medio December met deze dienst gehouden bespreking heeft ons college met de meeste klem betoogd, dat, zo niet spoedig de medewerking van deze dienst wordt verkregen, de gemeente Heemstede ten aanzien van de volkshuisvesting in onoverkomen- lijke moeilijkheden zou komen te verkeren. Een spoedige goedkeuring van het plan in hoofdzaak, is n.l. een dringende eis, opdat een partieel uit- breidingsplan daarmede in overeenstemming kan worden ontworpen, dat nieuwe gronden bestemt voor de bouw van kleine middenstands- en arbeiderswoningen. Toch kwam in het jaar 1952 een niet onbelangrijke verbetering van de huisvesting tot stand. Deze werd voor het overgrote deel veroorzaakt door het gereedkomen van 50 middenstandswoningen tussen Joh. Wage- naarlaan en Joh. Verhulstlaan, benevens van 8 eengezinswoningen en 17 duplexwoningen aan de Gelderlandlaan. Met deze 95 woningen konden opschuivingen en verbeteringen hierdoor veroorzaakt medegerekend 158 gezinnen worden geholpen. Een viertal woningen, dat hierdoor leeg- gekomen was, verkeerde in een dusdanige staat van onbewoonbaarheid, dat het niet verantwoord was hier andere bewoners te plaatsen (Voor- weg 18, Kerklaan 35 en 37 en Blekersvaartweg 54). Overigens kwamen maar zeer weinig gehele woningen ter beschikking en die nog vrij kwamen, werden meestal verkocht. Enkele grote huizen waren alhier onverkoopbaar en van andere vertrok de eigenaar-bewoner naar een andere gemeente, waardoor in bijzondere gevallen ook niet-plaatsgenoten als bewoners wer- den geaccepteerd. Aan een aantal jonge mensen, die in het huwelijk wilden treden, gelukte het nieuwe woonruimte te vinden, d.w.z. ruimte bij mensen die nog nimmer inwoning hadden gehad. Met de kleinere woonruimten meegerekend kon in 1952 in circa 275 gevallen worden geholpen. Door de uitbreiding der gezinnen en de vorming van nieuwe gezinnen is het aantal huisvesting-zoekenden dit jaar niet zo belangrijk verminderd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1953 | | pagina 2