1
Februari 1953.
te doen vervallen de regeling', dat ten behoeve van het verkrijgen van
goedkeuring voor de uitvoering van woningbouwplannen door Gedepu-
teerde Staten een verklaring wordt afgegeven omtrent het beschikbaar
zijn van vaste financieringsmiddelen.
De ontwikkeling van de vlottende schuld van de gemeenten wenst de
Regering nauwkeurig in het oog gehouden te zien. De vlottende schuld
zal binnen aanvaardbare grenzen moeten blijven. Deze zal in een dienst-
jaar niet duurzaam d.i. dus niet anders dan zeer tijdelijk moeten
stijgen boven een bedrag, overeenkomende met 25% van de gewone
dienst der begroting (met uitschakeling van de hoofdstukken verreke-
ningen en kasvoorzieningen)
Voorts ontvingen wij een andere circulaire, waaruit blijkt, dat de werk-
zaamheden van de investeringscommissie voor het grootste gedeelte wor-
den gestaakt. Incidentele beoordeling van plannen zal dus niet meer
plaats hebben. De commissie zal, althans voorlopig, in haar huldige
samenstelling blijven bestaan ten behoeve van eventueel overleg in meer
algemene zin en om paraat te zijn. Hieruit volgt echter niet, dat de
Regering van mening zou zijn, dat bij de lagere publiekrechtelijke lichamen
bestaande investeringsplannen thans op onbeperkte schaal tot uitvoering
kunnen worden gebracht. Te dien aanzien wordt gerekend op het toezicht
van Gedeputeerde Staten.
Intussen is het een gunstig teken, dat de beide hiervoor genoemde maat-
regelen konden worden getroffen.
Bedoelde circulaires liggen bij de stukken voor U ter inzage.
Voor kapitaalinvestering werd op de begroting uitgetrokken:
Kapitaalverstrekking aan de bedrijven:
Gasbedrijf, uitbreidingen 73.000.
Duinwaterbedrijf, idem 20.000.
Electriciteitsbedrijf, idem t't 181.000.
(Hierin is begrepen f 58.750.als gedeelte van het crediet
verleend bij Rb. van 31 Mei 1951 no. 38.)
Voorts voor:
Afwerking uitbreiding Gezondheidshuis, rond f 70.000.
Bouw 16 woningen Chopinlaan, rond f 200.000.
De voor de drie eerstgenoemde bedrijven geraamde uitbreidingen zijn
nader gespecificeerd op de staten, welke bij de begroting ter inzage zijn
gelegd.
Nieuwe credieten, waarover de raad zich nog moet uitspreken, zijn niet
opgenomen.
De reeds toegestane credieten voor:
1. Rioolwaterzuiveringsinrichting enzf 450.000.
2. Hoofdstamriool naar de Glip 365.000.
3. Bouw van 36 woningen 531.117.
waarover hiervoor reeds werd geschreven, zullen nader bij wijzigings-
besluit op de begroting worden gebracht.
Wat de in enkele hoofdstukken van de kapitaaldienst voor memorie
geraamde posten betreft merken wij U op, dat dit niet behoeft in te
sluiten dat daaromtrent reeds in het begrotingsjaar voorstellen verwacht
kunnen worden. Dit is wel het geval ten aanzien van kosten voor
bescherming burgerbevolking.