40
19 Februari 1953.
aan dit internationaal en nationaal bedrijf zijn verbonden. Wanneer de
natuurlijke omstandigheden onze gemeente bij uitstek geschikt maken
voor de Flora, dan is het niet ongepast, dat onze piaatselijke midden-
standers hiervan de vruchten mede genieten. Wenst onze buurgemeente
Haarlem aan deze stad in dezelfde periode een lichtstadkarakter te geven,
dan erkent spreker dit haar goed recht ten volle, maar dan als een zelf-
standige zaak. Het wordt echter „te" uitbundig, wanneer men in de
propaganda deze zaken aaneensmeedt en zo indirect de mogelijke cliëntêle
van de Heemsteedse winkelstand probeert naar Haarlem te trekken. Zo
staat op een bord aan de Amsterdamseweg bij de ingang van Haarlem
„Flora 1953 Lichtstad Haarlem". „Flora Heemstede Lichtstad Haarlem"
ware passender geweest. De Flora is toch niet in een buitenwijk van
Haarlem ondergebracht Dat het 1953 is weet een kind! Dit is reclame
met „te". Goede buurschap is spreker lief, maar dan heeft men wederzijds
de behoorlijke verhoudingen in acht te nemen. Dit geschiedde ook door
organen, die voor propaganda aansprakelijk zijn. Bij propaganda wake
men voor het „te".
Met het provinciaal bestuur wordt door de gemeente vlot samengewerkt
en spreker hoopt, dat dit zo blijven zal tot in lengte van dagen. Maar
toch meent spreker op twee punten in het publiek de aandacht te moeten
vestigen, waar van een „te" langzame behandeling en ,,te" grote ver-
traging bij de afhandeling sprake is.
Allereerst wijst spreker op de zeer langzame afdoening van het gemeen-
telijke uitbreidingsplan door de Planologische dienst der provincie Noord-
holland. Een knap stadsarchitect maakte een plan, dat alom in de raad
met enthousiasme is ontvangen. De planologische dienst moet dit plan in
coördinerend verband bezien. Dat is begrijpelijk. Maar dan moet vlot wor-
den afgedaan en afgewerkt. Thans loopt de gemeente vast met haar
bouwterreinen en spreker kan in dit verband met een variant op een
klassiek woord zeggen: „Terwijl de provincie planoloogt, gaat de gelegen-
heid om in Heemstede verantwoord te bouwen, verloren". De maiden-
speech in de vergadering van de provinciale staten van onze vriend Mr
van Wijk was aan dit trage werken van deze diensten gewijd. Ook hier
herhaalt spreker deze klacht, ter wille van de gewichtige belangen die
in het geding zijn. Hier geldt: „Frappez, frappez toujours!"
Evenzeer geldt sprekers klacht het „te" lang uitblijven der publicatie
van het rapport van de commissie Ter Veen inzake de gemeentelijke
indeling in Zuid Kennemerland. Wellicht zegt men: Komen die tijden
dan komen die plagen. Maar reeds nu wenst spreker ten aanzien van de
annexatieplannen te verklaren, ook weer met een variant op een oude
slagzin: ,,Geen man en geen M2" wens ik aan een andere gemeente te
ontnemen of aan een andere gemeente af te staan. De gemeenten zijn er
niet alleen om centralistisch efficiency te plegen, zodat deze gedachte
vooral vormgevend bij de indeling der gemeenten zou zijn. Integendeel,
voor spreker gaat de levende „mens" boven het organisch verband, al
zou dat wat efficiënter zijn. In een tijd van massificatie en van geestelijke
ontworteling is het directe contact der burgerij met de gemeente van
enorme waarde. Spreker wil dan ook graag de woorden van de heer
Mr Zeelenberg onderschrijven, dat het bevorderen van het actief burger-
schap een taak van de gemeente is. Op het Congres van de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten in 1952 en op de Christelijk Sociale Conferen-
tie, die in Utrecht in November 1952 is gehouden, is gewezen op de
betekenis van het actieve burgerschap en in verband daarmede op de
waarde van de midden- en kleine gemeenten om de persoonlijkheid van de
mens te releveren en te beschermen en massiflcatie te bestrijden. Dit
burgerschap en spreker constateert de persoonlijke toewijding van de
Voorzitter om het in Heemstede te bevorderen groeit in onze gemeente,
trots de moeilijkheden wegens de vele forensen, meer en meer. Het Minerva