42 19 Februari 1953. het voorbarig publiceren van plannen van het gemeentebestuur kan spre- c ker ten volle onderschrijven. Ook hem hebben deze publicaties ergernis 1 gegeven. Wat van belang is voor de naaste toekomst, aldus spreker, is het pro- z bleem van het evenwicht tussen ontvangsten en uitgaven in de overheids- i: uitgaven op een zodanige wijze, dat inflatie wordt vermeden. Spreker 1 kan zich te dien aanzien bij de beschouwingen die de heer Verhoeven r daarover gaf, aansluiten. Nederland was op de weg van het herstel na 1 1945 een goed eind voortgeschreden. De ramp van 1 Februari 1953 heeft ons weer teruggezet, al zijn alle gevolgen hiervan nog niet te overzien. 1 Maar naast het probleem van het herstel van ons door het water ge- n troffen land, blijven algemeen economisch twee dringende vraagstukken o aan de orde: v 1. De handhaving en expansie van het bedrijfsleven. Belangrijk in ver- d band met de werkloosheidsbestrijding en 2. De huurverhoging voor het oude woningbezit in verband met de e gestegen kosten van het onderhoud. h Fiscale maatregelen zijn hierbij vanzelf aan de orde. Over deze punten t stelde de Sociaal Economische Raad adviezen op, die de regering be- 1 studeert. Zij zijn helaas nog niet gepubliceerd. Wie echter let op de d stijgende werkloosheid en op de verwaarlozing van het onderhoud van h het oude woningbezit zal verstaan, dat een fiscale compensatie niet zal d kunnen worden ontgaan. Spreker kan dan ook geheel onderschrijven wat de heer Verhoeven dienaangaande heeft gezegd. Wanneer echter het d Rijk minder zal gaan ontvangen uit de belastingen, heeft dit op het ge- a meentefonds direct zijn uitwerking. Weliswaar leven wij onder interim- b regelingen en is van een voorstel van de commisie-Oud tot definitieve d: regeling der financiële verhouding van het rijk en de gemeenten geen sprake, maar men zal dicht bij de realiteit zijn, indien men niet rekent V( op meer inkomsten uit deze bron. Trouwens burgemeester en wethouders Vl hebben terecht reeds aangegeven in de algemene toelichting op de be- w groting, dat de voorgenomen uitkeringsregelingen 1953-1956 ons geen Vl meerder soulaas zullen bieden. st Een en ander is van belang, omdat wat de inkomsten der gemeente w aangaat, naast de opcenten op grond- en personele belasting, de conjunc- di tuur gevoelige bijdrage uit het gemeentefonds het meeste zoden aan de lr dijk zet. Waar het dus zeer waarschijnlijk is, dat een stijging van inkom- sten voor de gemeente uit rijksbijdragen in de naaste toekomst niet te ni verwachten valt en ons eigen belastinggebied hondenbelasting, riool- en w straatbelasting van weinig betekenis is, zal de raad bij het voteren van nieuwe uitgaven zeer voorzichtig moeten zijn. Het is daarom nodig dat P< op gemakkelijke wijze een juist inzicht in de financiële positie van de w gemeente kan worden verkregen. Spreker steunt de heer Verhoeven dan ook in zijn betoog, dat de financiële situatie der gemeente het best M door het balanssysteem kan worden beoordeeld. gi Wat de uitgaven betreft, weet men uit het Romeinse recht de onder- scheiding in noodzakelijke, nuttige en fraaie uitgaven. m Over noodzakelijke uitgaven zal geen verschil van mening zijn, hoewel to ook voor deze de dekking moeilijkheden zal meebrengen. Waterzuiverings- installatie en stamriool zullen in de toekomst als spreker voor het ri< laatste object rekent met een afschrijving over 30 jaar op 4 annuïteits- basis per jaar 72.000.21.000.93.000.meer vragen sa voor de terugkerende uitgaven. In verband met de reeds op het onroerend Ju goed drukkende lasten en gelet op het algemeen karakter dezer maat- M regelen, bestaat bij sprekers fractie vooralsnog bezwaar de riool- en V; straatbelasting, respectievelijk de opcenten op de grond- en personele kc belasting te verhogen. da Meer inkomsten zijn dus niet te verwachten, behalve rechtzettingen op

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1953 | | pagina 22