~T TT?*
19 Februari 1953.
55
bestaande ziekenfondsen dienen aan te sluiten voor zover zij boven
de welstandsgrens uitkomen, de particuliere verzekeringsmaatschappijen
hierin voorzien. Spreker wil er echter op wijzen, dat in het levensverzeke-
ringsbedrijf ook al gewerkt wordt met aparte sterftestaten voor ambte-
naren. Hier wordt dus verzekerings-technisch al een onderscheid aange-
voeld.
Verder heeft de heer Mr Zeelenberg een lans gebroken voor de belangen
van de institutionele beleggers die bepaalde verlangens zouden hebben
inzake het aangaan van leningen zonder aflossing, opdat zij weten waar
zij met hun beleggingen aan toe zijn. Spreker stelt daar tegenover dat,
indien de rente van aangegane geldleningen der gemeente belangrijk
afwijkt van het algemeen geldende renteniveau, er aanleiding kan zijn
tot conversie van geldleningen over te gaan, omdat het algemeen rente-
niveau bepalend is voor de rente van gemeenteleningen. De gemeente
kan zich nu eenmaal niet vastleggen aan een bepaalde rentevoet voor
ieningen op lange termijn, aangezien zij dan verplichting op zich neemt
die niet verantwoord is. Voor leningen op korte termijn zou mogelijk
aan de verlangens van de geldgevers tegemoet kunnen worden gekomen.
Spreker is bij zijn algemene beschouwingen niet ingegaan op de sug-
gestie van de heer Mr Dr van Bruggen om de begroting in afdelingen
te behandelen. Spreker meent dat in een betrekkelijk kleine gemeente
als deze, een behandeling van de begroting in openbare raad de voor-
keur verdient. Als de begroting in afdelingen wordt besproken, blijft een
groot deel van het werk binnenskamers, terwijl toch ook al middels de
raadscommissies een deel van het raadswerk niet naar buiten uitkomt.
De kiezers hebben toch al veel te weinig besef van het werk dat binnens-
kamers gebeurt waarom spreker ook al een begrotingsbehandeling in
openbare vergadering voorstaat. Als de openbare behandeling van de
begroting door het voorbereidende werk in afdelingen een hameraffaire
wordt, dan acht spreker dat niet in het belang van de noodzakelijke
waardering door de kiezers van het werk van de raad.
Spreker is het eens met de opmerking van de heer Keijnders, dat het
beschikken over f 75.000,- uit de reserves om de begroting sluitend te
maken, geen directe aanleiding vormt om alarm te slaan. Toch is het
goed inzake de financiën der gemeente nu reeds een gedragslijn vast te
stellen die rekening houdt met de gewijzigde omstandigheden, die de
toekomst op financieel gebied zeker slechter zullen doen worden. Boven-
dien zal op toevallige baten die in de afgelopen jaren een rol speelden,
niet meer gerekend mogen worden.
Met het gesprokene door de heer Reijnders inzake het rentegamma
is spreker het niet eens. Trouwens het woord rentegamma heeft afge-
daan. Er zijn dienaangaande geheel andere factoren in het spel.
Spreker is blij dat de wethouder van financiën eenzelfde mening is
toegedaan als hij, ten opzichte van de wenselijkheid van nieuwe, betere
voorschriften inzake de financiële administratie der gemeente. Het is
spreker natuurlijk bekend dat dit centraal geregeld dient te worden.
Spreker zou daarom gaame zien dat door het college ter bevoegder
plaatse aangedrongen wordt op gewijzigde voorschriften, opdat bereikt
zal worden dat hierin in de toekomst verandering wordt gebracht. Schie-
dam is daarin trouwens al voorgegaan door het opmaken van een balans.
Nu de voorzitter van de financiële commissie deze materie een warm
hart toedraagt heeft spreker alle hoop, dat in de toekomst de feitelijk-
heid en de raming naast elkaar kunnen worden gezet. Het eerste start-
punt is natuurlijk wel moeilijk. Als een groot concem filialen in het
leven roept, ondervindt men echter dezelfde moeilijkheden.
Spreker heeft goede nota genomen van de toezegging van de wet-
houder van het onderwijs, dat hij open staat voor overleg met de school-
besturen van inrichtingen van M.O. en V.H.O. inzake een verhoging