yj 28 Mei 1953. 2e Afd.
VACANTIE-UITKERING AAN GEMEENTEPERSONEEL OVER 1953.
Aan de Raad,
Bij uw besluit van 2 October 1952, no. 84 werd het K.B. van 5 Augustus
1952, Stbl. no. 438, houdende toekenning van een gratificatie aan burger-
lijk 'rijkspersoneel over 1952 (Gratificatie Burgerlijke Rijksambtenaren
1952) van toepassing verklaard op de daarvoor in aanmerking komende
groepen van gemeentepersoneel, wier wedde of loon van gemeentewege
wordt geregeld, alsmede op de secretaris en ontvanger.
Te voren werden wij bij uw besluit van 29 Mei 1952, no. 48 gemachtigd
om op bedoelde gratificatie een voorschot uit te betalen.
De Minister van Binnenlandse Zaken heeft bij circulaire van 6 Mei j.l.
medegedeeld, dat het zijn instemming heeft, indien, in afwachting van de
totstandkoming van een desbetreffend Koninklijk Besluit, door ons wordt
bevorderd, dat aan personeel in dienst van de gemeente een voorschot
op de vacantie-uitkering over het jaar 1953 wordt verstrekt op de voet
van de regeling nopens deze materie, welke voor 1952 heeft gegolden.
Xn navolging van voorgaande jaren stellen wij U voor ons te machtigen
aan het daarvoor in aanmerking komend personeel een voorschot te ver-
lenen. Hiervoor wordt U bijgaand ontwerp-besluit ter vaststelling aan-
geboden.
burgemeester en wethouders te machtigen aan de daarvoor in aanmerking
komende groepen van gemeentepersoneel als waaraan door het Rijk aan
het burgerlijk Rijkspersoneel een voorsehot op de vacantie-uitkering zal
worden verleend, voor zover de regeling van de wedde of het loon van
gemeentewege plaats vindt, alsmede aan de secretaris, de ontvanger en
de ambtenaren van de burgerlijke stand, voor 1953 een voorschot op de
vacantie-uitkering toe te kennen op de voet van het bepaalde in het K.B.
van 5 Augustus 1952, St.bl. no. 438.
Heemstede, 13 Mei 1953.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
A. G. A. van Rappard.
De secretaris,
T. M. Schelling, l.s.
De Raad der gemeente Heemstede;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
BESLUIT:
Gedaan ter openbare raadsvergadering van 28 Mei 1953.
De seci
De voorzitter,
r