139
28 Mei 1953.
Parkeerverbod Valkenburgerlaan.
De heer van der Linden vraagt, nu door de kampioenswedstrijden van
R.C.H. grote drukte verwacht kan worden, het parkeerverbod dat reeds
geldt tijdens voetbalwedstrijden, verder door te trekken, zodat op de
smalle Valkenburgerlaan geen auto's worden geparkeerd.
De Voorzitter antwoordt, dat men zo doende wel aan het doortrekken
van het parkeerverbod kan blijven, omdat er altijd automobilisten zijn,
die liever een eindje lopen dan stalling te betalen. Indien daar 3 4 auto's
staan, dan is er nog geen aanleiding om in te grijpen. Als er moeilijkheden
ontstaan zullen burgemeester en wethouders hier hun aandacht aan
schenken.
De heer Verhoeven meent, dat voor de autostalling nergens zoveel wordt
gevraagd als hier en daarom moet er naar zijn mening naar gestreefd
worden de autostalling zo min mogelijk te belasten.
De Voorzitter meent, dat een bedrag van 25 cent per stalling op een
eigen parkeerterrein niet te hoog kan worden genoemd.
Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.
De sec De voorzitter,
