28 Mei 1953.
130
Hierin waren niet begrepen de kosten voor de aanleg van de tuin. De
kosten hiervan werden op 4.10 per maand begroot. In het nieuwe voorstel
zijn deze tuinkosten buiten beschouwing gelaten, maar is daarvoor een
afzonderlijk voorstel in de plaats gekomen, waarbij de aanleg en onder-
houd van de tuin voor rekening van de gemeente worden genomen. Spre-
ker protesteert tegen het feit, dat alle gemeentenaren worden belast met
de aanleg- en onderhoudskosten van een tuin, die uitsluitend bestemd is
voor de aanwonenden. Dit îs geen publiek terrein. Een vergelijking met de
Heemsteedse Dreef gaat z.i. niet op. Als men langs de Dreef wandelt,
dan kan iedereen van de plantsoenen genieten in tegenstelling met de tuin
uit dit plan. Spreker herhaalt dan ook wat hij in de commissie heeft
gezegd, n.l. dat het niet juist is de tuinkosten ten laste van de gemeente te
nemen, maar dat deze in de huren verdisconteerd dienen te worden. Spre-
ker voelt er voor om de huren zo laag mogelijk te houden, maar om de
huren te verlagen door de tuinkosten voor rekening der gemeente te
nemen, daar is spreker persoonlijk niet voor. Hier schept men een prece-
dent en dan komen de consequenties. Andere woningverenigingen zullen
zeggen, waarom daar de tuinkosten voor rekening der gemeente genomen,
terwijl wij het zelf moeten betalen. De mogelijkheid bestaat, dat
zij zullen vragen om een tegemoetkoming daarin uit de gemeentekas.
De heer Mr. Pliester zal niet teruggrijpen op de discussies in de com-
missies. In de vergadering der commissies is uit de leden het voorstel
geboren waarvan raadsstuk 38a het resultaat is. Spreker heeft zich hierbij
graag aangesloten, omdat ook z.i. de huren aan de hoge kant waren.
Hierbij gold vooral het motief, dat bij deze nieuwbouw de huizen een
onder de tegenwoordige huurverhoudingen te hoge huur deden. Onder die
omstandigheden vonden de commissies het in haar geheel aantrekkelijk,
indien de huren met f 1.- per week verminderd zouden kunnen worden.
Hierbij is uitdrukkelijk het voorbehoud gemaakt, dat dit nu voorgestaan
werd omdat de huurverhoudingen voor dit complex daar aanleiding toe
gaven, maar dat dit niet als een precedent voor een volgend geval mag
worden aangemerkt. Dit was de mening van de commissies.
De heer Reijnders zegt, dat niemand gelukkiger is dan hij, dat burge-
meester en wethouders de suggestie van de commissies hebben overge-
nomen. Als lîet niet onparlementair was, zou hij, na het gesprokene door
de heer Scheer, zeggen; ,,nu breekt mij de klomp". Wat de heer Mr Pliester
heeft gezegd over de besprekingen in de commissies was juist. In de
commissievergadering werd naar voren gebracht, dat de bewoners van
de tweede en derde woonlaag f 4.10 per maand voor de tuin moesten
betalen, ondanks dat zij slechts door om hun huis heen te lopen, in de
tuin kunnen komen. Als overgangsmaatregel heeft de commissie dan de
voorgestelde maatregel aanvaard, zonder daarmede een precedent te
willen scheppen. De heer Scheer had in de commissievergadering aan-
tekening behoren te vragen, dat hij tegen de conclusie van de commissies
was.
De heer Verspoor wijst er op, dat hij, ondanks dat hij met dit voorstel
zal meegaan, niet instemt met flatbouw in deze gemeente.
De heer Zegwaart zegt, dat het best mogelijk is, dat er raadsleden zijn,
die van het voorstel van burgemeester en wethouders ondersteboven zijn
en hun vreugde over dit voorstel uitspreken. Ook spreker is verheugd
dat er weer een aantal woningen zal worden gebouwd, maar ook zijn
klomp is gebroken toen hij de uiteenzetting las inzake de netto-inhoud
van de te bouwen woningen. Bij een inhoud van 205 M:i voor een arbeiders-
woning vraagt spreker zich af waar we naar toe gaan. Men dient hierbij
het oog gericht te houden op de toekomst. Deze woningen zullen toch
75 80 jaar bewoond dienen te worden. Spreker vreest, dat, indien de